De provincie Zuid-Holland werkt aan een ruimere en uniforme definitie van het begrip ’glastuinbouw’ in haar ruimtelijk beleid. Dat moet glastuinbouwbedrijven in de toekomst meer flexibiliteit bieden, waardoor ze bijvoorbeeld nieuwe kasdekken of klimaatcellen kunnen gebruiken.
Dat is een van de uitkomsten van een breed overleg dat onlangs plaatsvond tussen de Zuid-Hollandse gedeputeerde Govert Veldhuijzen (Ruimtelijke Ordening), wethouders van de zeven gemeenten in de greenport Westland-Oostland, beleidsambtenaren Glastuinbouw van die gemeenten, ondernemers, LTO Glaskracht Nederland, diverse kennisinstellingen, juristen en adviesbureaus.
Daarnaast werd – volgens Aad Janssen van Agro Adviesburo, een van de sprekers tijdens de bijeenkomst – nog een aantal zaken overeengekomen. „Zo vindt de provincie dat maximaal 15% van het teeltoppervlak op een bedrijf uit bedrijfsgebouwen, kantoren of andere ’verstening’ mag bestaan. Binnen die 15% moet veel mogelijk zijn, mits het dienstbaar is aan het tuinbouwbedrijf. Denk aan bijvoorbeeld: administratie, demonstratie- en promotieruimten, distributie, scholing, maar ook kinderopvang voor kinderen van de eigen medewerkers.”
Meervoudig ruimtegebruik
De provincie erkent daarnaast het belang van meervoudig ruimtegebruik. Een tweede teeltlaag boven bijvoorbeeld een verwerkingsruimte mag voortaan worden meegeteld als teeltoppervlak. „Daardoor kun je dus meer ’verstening’ – bijvoorbeeld kantoorruimte – bouwen”, aldus Janssen.
Lees meer hierover in het Vakblad voor de Bloemisterij nummer 12 dat op vrijdag 21 maart verschijnt.