Om de warmteleiding van Rotterdamse havenwarmte naar bedrijven vlot te trekken moet de provincie Zuid-Holland stappen zetten. Rapporteur ‘groot project Warmteleiding’ Jan Langelaar wijst op de rol van de provincie in het lastige en dure dossier.
In Zuid-Holland liggen nog altijd twee (haven)warmtetrajecten op de tekentafel in taaie dossiers, maar de haalbaarheid en financiële consequenties zijn niet helder. Warmteleiding is de nieuwe projectnaam voor de Leiding over Oost naar Leiden met aansluitingen in de tuinbouw. De ontwikkeling van de Warmteleiding kampt met veel tegenslagen in technische en financiële zin.
Geheimhouding opheffen
Om duidelijkheid te krijgen in de warmteleidingsdossiers is een rapporteur aangesteld, die recent zijn aanbevelingen deed. Rapporteur ‘groot project Warmteleiding’ Jan Langelaar wijst op de rol van de provincie in het lastige en dure dossier. Zo vindt besluitvorming te vaak plaats met geheimhouding, waardoor ‘pseudo besluitvorming’ ontstaat in besloten vergaderingen. Ook zou de provincie de aansturing in de eigen organisatie moeten verbeteren en moet het kritischer zijn op rapporten en de rol van externen
De provincie heeft een zelfstandige Warmteparticipatiefonds opgericht, maar de juridische positie zou moeten veranderen. De besluitvorming is nu buiten de provincie gelegd, stelt de rapporteur.
Twee warmtenetten afwegen
Nog altijd is ook een tweede warmtetraject in voorbereiding. De landelijke overheid heeft Gasunie opdracht gegeven een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden een warmtetransportinfrastructuur vanaf het havengebied via Rijswijk naar Den Haag, de Leiding door het Midden (LdM). Dit scenario kan ook nog worden uitgebreid met een aftakking naar de Leidse regio (de LdM+). De warmteplannen lijken elkaar dus te beïnvloeden. Het is de rapporteur niet duidelijk waarom dit traject eerder als niet haalbaar werd betiteld en nu toch lijkt te kunnen worden uitgevoerd.