De young professionals in de Nederlandse tuinbouwsector willen meehelpen om een circulaire voedselproductie op Mars te ontwikkelen. Dat werd tijdens de zestiende editie van het Hillenraad100-event bekendgemaakt. De tuinbouwsector hoopt met deze ambitie een nieuwe generatie jongeren van binnen en buiten de sector aan zich te binden.

Dit meldt Hilenraad. Bas Landsdorp, oprichter en CEO van Mars One, is enthousiast. Met Mars One wil hij in 2032 een gemeenschap op Mars oprichten. Landsdorp: ‘Technologisch ligt er een uitdaging om in het Mars-station levende natuur te creëren. Dat vraagt om creativiteit en nieuwe oplossingen. Wij zijn enorm verheugd dat de Nederlandse tuinbouwsector haar koploperspositie wil gebruiken om op Mars de ultieme circulaire tuinbouw te ontwikkelen.’

168 geselecteerde young professionals uit de brede tuinbouwsector verzamelden zich donderdag bij het Space Business Innovation Center (SBIC) in Noordwijk, waar de speciale SUB40-ranking van de veertig meest aantrekkelijke tuinbouwondernemingen voor young professionals bekend werd gemaakt. Het bijzondere van deze thema-editie is dat alleen mensen jonger dan 40 jaar bij het event in het SBIC te gast waren.

Dat heeft alles te maken met het thema van deze editie: de SUB40-magnets. Martien Penning, oprichter van de Hillenraad-ranking: ‘Na uitgebreid onderzoek selecteerden we dit jaar een lijst van veertig bedrijven die woest aantrekkelijk zijn voor professionals van onder de veertig jaar: de SUB40-magnets. Dit met als doel om de volgende generatie hun grenzen te laten verleggen.’ De ranking ging volgens een sterrensysteem: wie drie sterren kreeg, had de hoogste waardering te pakken.

Uiteindelijk wisten negen bedrijven een drie-sterren-status in de wacht te slepen. Dit zijn Bunnik Plants, JEM-id, Koppert Biological Systems, Koppert Cress, KUBO Tuinbouwprojecten, Nature’s Pride, Rijk Zwaan, Van Gelder groente & fruit en Viscon Group. Zij behoren volgens Hillenraad tot de categorie excellente ondernemingen waar de SUB40-generatie graag wil werken, omdat zij innovatief zijn, sterk gericht zijn op ontplooiing van hun medewerkers en een bedrijfscultuur hebben die past bij de visie en ideeën van deze young professionals.