De Westlandse glastuinbouw kan bijna 60% van haar warmteproductie vervangen door een duurzamer alternatief, zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de technische bedrijfsvoering of voor bestaande duurzame energieprojecten. Dat concludeert Wageningen Economic Research (voorheen LEI) in een onderzoek in opdracht van gemeente Westland en provincie Zuid-Holland.
Het aandeel duurzaam zal in de toekomst groeien door daling van de totale warmteproductie en toename van duurzame energie. Vorig jaar produceerden de Westlandse kassen voor 15,8 petajoule (PJ) aan warmte. Voor 2020 is de totale warmteproductie geschat op 12,1-13,1 PJ en de vervangbare hoeveelheid warmte tussen de 2,0 en 7,9 PJ. Uitgaande van 7,9 PJ is dat ongeveer 60% van de totale warmteproductie (13,1 PJ) in 2020.
De daling in de warmteproductie wordt vooral veroorzaakt door een veranderende samenstelling van de sector, krimp van het areaal, selectievere inzet van warmte en minder verkoop van wkk-stroom. en de realisatie van duurzame energieprojecten. In deze ontwikkelingen volgt het Westland de landelijke trend in de glastuinbouw.
De gemeente Westland, die ruim 20% van de Nederlandse glastuinbouw huisvest, heeft de ambitie om de meest duurzame glastuinbouwgemeente van Nederland te worden. Op dit moment ligt het aandeel duurzame energie op het landelijke gemiddelde in de sector.
Toepassing van duurzame energie zal in het Westland ook voorbij 2020 verder toenemen, verwacht Wageningen Economic Research. Geothermie kan nog veel verder groeien. Een meer bescheiden groei wordt verwacht voor zon-thermische energie (combinatie van kasconditionering, warmtepompen en aquifers). Ook zijn de grenzen voor de inzet van biobrandstoffen nog niet bereikt.
Schatting warmteproductie door de glastuinbouw in de gemeente Westland in petajoule (PJ)
Type warmteproductie 2015 2020
Wkk voor belichting 5,5 4,8-5,8
Duurzame warmteproductie 0,4 0,5-3,0
Restwarmtelevering – 0,0-5,9
Overige warmteproductie 9,9 2,0-7,9
Totaal 15,8 12,1-13,1
