Medewerkers in de land- en tuinbouw hadden in 2015 een bovengemiddelde kans om betrokken te raken bij een bedrijfsongeval. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat samen met TNO onderzoek deed naar arbeidsomstandigheden in diverse sectoren.
Gemeten over alle sectoren bleef 1,4 % van de werknemers wel eens een of meerdere dagen thuis na een ongeluk op het werk. In de agrarische sector was dit 3,1%. Het hoogst scoorden medewerkers in de metaalsector (5,1%) en bouwvakkers (4,8%).
In de land- en tuinbouw spreekt men elkaar veel aan op veiligheid. 81% wordt door een collega gewaarschuwd als hij onveilig of ongezond werkt. Het meest gebeurt dit onder elektriciens en elektronicamonteurs (87%).
Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat mannen door de bank genomen vaker een gevaarlijk beroep hebben dan vrouwen. In negen van de tien beroepsgroepen waarin het vaakst ongelukken gebeuren zijn meer mannen dan vrouwen werkzaam.
Het onderzoek is uitgevoerd onder werknemers in metaal, bouw, voedselverwerking, transport, land- en tuinbouw, elektriciteit, sociaal werk, beveiliging, productiemachinebedieners en hulpkrachten in bouw en industrie.