‘Gaan we morgen nog wat doen?’ Onze jongste op Eerste Pinksterdag. ‘Naar het strand?’ Er hoeft niet gewerkt te worden, dus maken we plannen. ‘Nou, de ramen boven moeten nog gezeemd worden.’ sputtert mijn vrouw. Oei, dat voelt als een niet zo verborgen boodschap. Dat klusje wacht al ruim een week. En het is míjn ding, want op de ladder.
Die maandag is het veel te snel te warm om de ladder op te gaan. Of beter gezegd, ik heb geen zin. Strand wordt het. Katwijk aan Zee ligt te wachten. De zeevlam van de dag ervoor is weggetrokken en dus worden de strandspullen bij elkaar gezocht. Dat ramen zemen komt nog wel. Misschien op een avond.
Maar elke tuinder weet, weken waarin je een dag mist zijn niet fijn. Natuurlijk, je begint heerlijk met zo’n vrije maandag, maar de dagen erna moet je het bezuren. Je staat op dinsdag gewoon 2-0 achter. En dan heb je ook nog een werknemer die halve dagen werkt omdat hij vocht in zijn knie heeft, tel uit je winst. Probeer het dan maar eens allemaal op een rijtje te krijgen.
Er moet geoogst worden. Maar eerst nog een stoomzeil verleggen. Naar een andere afdeling, dus extra werk. Dan zo hard mogelijk plantjes poten. Met z’n tweeën het werk van drie doen. En dan op het eind van de dag nog een toetje. Stoomzeil opentrekken en in het volgende vak leggen, klaar voor een nieuwe dag. ’s Avonds ramen zemen? Ik ben blij dat ik even niks hoef te doen. Met je magnesiumpillen.
Op donderdag komt er ook nog een ledensessie bij. Die begint met een buffet, dus daar kan ik nog net de energie voor vinden. Maar om me heen zie ik collega’s tijdens de bespreking knikkebollen. Die missen waarschijnlijk net als ik een dag. Hebben het hartstikke druk. En om dan naar een lang ver-gaap-haal te moeten luisteren… Ja, denk ik nog, je zal in de Ledenraad zitten straks. Heb je elke week zo’n avond.
Op vrijdag blijkt het toch weer te passen. Alles geplant en de bloemen staan rauw. Weekend. Vrij. ‘Schat, ik ga de ramen zemen hoor!’ Heeft zij het tenminste ook weer op een rijtje.
Kees van Egmond