‘Wat is er nou…?’ We horen via Whatsapp gehuil op de achtergrond en dan ‘Opa oma toe…’ Ons hart breekt. Kleindochter Jara van 2,5 jaar oud. Elke week is ze samen met haar zusje Valente bij ons omdat zowel papa als mama dan werken. Alleen nu gaat dat niet. En oma had net een mooi fietsje voor haar gekocht…
Langzaam aan daalt het in. De onwerkelijke wetenschap dat we in een horrorscenario terecht zijn gekomen. Een virus dat sluipend maar ontegenzeggelijk onze kant op kruipt. Een economie die aan alle kanten butsen en deuken vertoont. En om ons heen toch ook nog allerlei mensen die niet doordrongen lijken te zijn van de ernst van de situatie. Want de cijfers die bij ons steeds sneller oplopen lijken angstig veel op die van Italië veertien dagen geleden. Dus over twee weken… Honderden doden per dag… Gruwelijk.
En toch zien we beelden van mensen die gezellig buiten staan te praten met anderen. Markten die gewoon doorgaan. Rijen voor de bouwmarkten en voor afvalbrengstations. ‘Ja, m’n vrouw zei, je hebt nu toch niks te doen…’ Ik roep naar de tv: ‘Blijf thuis man!’ Maar ik heb misschien wel boter op m’n hoofd, want ik ben vanmiddag ook anderhalf uur met mijn vrouw wezen wandelen. Angstvallig uit de buurt van anderen, dat wel. Ook geen kop koffie gedronken bij een restaurant met een uitgifteluik. Fysieke afstand was ons devies.
Je voelt gewoon dat het ervan gaat komen, die lockdown. Je kan wel denken dat mensen hun verantwoordelijkheid nemen, maar dat doet een deel toch niet. Die nemen de ruimte die ze denken te hebben. ‘Het is maar een griepje.’ Nee zak! Het is geen griepje! Voor een griepje hoef je niet naar de intensive care! En een griepje is ook niet zó besmettelijk!
Onze kleindochter vindt het prachtig om even over de tuin te stappen. Te kijken hoe haar opa bloemen snijdt. ‘Ik ook één!’ En trots loopt ze dan met een tak naar voren. Het kan niet. Nu niet en misschien ook de komende maand nog niet. Hopelijk ooit weer wel. Hopelijk…
Kees van Egmond,
Kees schrijft dagelijks een blog over de coronacrisis.