De chemische waterkwaliteit in de glastuinbouwgebieden in het beheergebied van Delfland laat ook over 2018 een positieve ontwikkeling zien: er zijn minder meststoffen en minder gewasbeschermingsmiddelen gemeten. De concentraties van de aangetroffen middelen lopen wel iets op ten opzichte van vorig jaar. Maar, de concentraties stikstof en gewasbeschermingsmiddelen voldoen beide aan de prestatie-indicatoren voor 2018.
„Minder gewasbeschermingsmiddelen in het water betekent dat er voor de glastuinbouw meer toegestane middelen overblijven om plagen te bestrijden”, verkondigde Ingrid ter Woorst van het Hoogheemraadschap Delfland bij de presentatie van de metingen van de waterkwaliteit over 2018 op donderdag 7 maart.
Ter Woorst: “Het was best spannend. 2018 was door de droogte een uitzonderlijk jaar. Maar, gelukkig is het beeld positief. Wij zitten op de goede lijn, niet alleen vanwege de te behalen waterkwaliteitsnormen, maar uiteindelijk vooral omdat schoon en gezond water belangrijk is voor iedereen. We hebben een gemeenschappelijk belang: wij vanwege de waterkwaliteit, de glastuinbouw vanwege het toelatingsbeleid, eerlijke concurrentie en duurzaam imago.
Gebiedsgerichte aanpak
Het mooie resultaat is te danken aan de intensieve samenwerking van alle partners: Glastuinbouw Nederland, de gewasbeschermingsproducenten via Nefyto en ook de samenwerking met de glastuinbouwondernemers zelf. Onder andere in de gebiedsgerichte aanpak, waarin wij alle glastuinbouwpolders intensief monitoren en met de ondernemers de problemen aanpakken. Maar, alertheid blijft geboden aldus Ter Woorst; „Helaas zien wij dat als wij zo’n polder verlaten, de aandacht verslapt en sommige ondernemers toch weer de fout in gaan.”
Ook Jacco Vooijs en Theo Ammerlaan, respectievelijk voorzitters van Glastuinbouw Westland en Oostland, zijn blij met de resultaten. Vooijs: „De huidige aanpak werkt. De ondernemers worden steeds waterbewuster. De droogte van 2018 heeft daaraan ook bijgedragen: als zoet water geen vanzelfsprekendheid meer is, is het noodzaak dat je zuinig bent op wat er is. Ik ben blij dat zowel het waterschap als de ondernemers zelf inzetten op innovatieve manieren om zoet water zoveel mogelijk te hergebruiken. Vervuiling met gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen past daar gewoon niet bij. Ik hoop dat ook een volgend college van Delfland inziet dat de huidige intensieve aanpak loont en dat de samenwerking op alle gebieden wordt voortgezet.”