Met de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) wil minister Koolmees van Sociale Zaken vanaf 2020 dat meer werkenden zekerheid krijgen, terwijl tegelijkertijd flexwerk mogelijk blijft waar het nodig is. Iedereen wordt uitgenodigd om via internet zijn commentaar erop te leveren. Dat kan tot en met 7 mei.
De minister wil het wetsvoorstel voor de zomer naar de Raad van State sturen en daarna naar de Tweede Kamer.
Wet arbeidsmarkt in balans
De WAB bevat deze volgende maatregelen.
- Ontslag wordt ook mogelijk als er sprake is van een optelsom van omstandigheden, de zogenaamde cumulatiegrond. Nu moet de werkgever aan 1 van de 8 ontslaggronden volledig voldoen. Deze nieuwe negende grond geeft de rechter de mogelijkheid omstandigheden te combineren. De werknemer kan een halve transitievergoeding extra krijgen (bovenop de transitievergoeding), wanneer de cumulatiegrond gebruikt wordt voor het ontslag.
- Werknemers krijgen vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding (ontslagvergoeding), ook tijdens de proeftijd.
- De opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden.
- Er komt een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als ze hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering of ziekte. Dit wordt verder uitgewerkt in aanvullende regelgeving.
- Verlenging van de proeftijd voor vaste contracten van 2 maanden naar 5 maanden.
- De opeenvolging van tijdelijke contracten (de ketenbepaling) wordt verruimd. Nu is het mogelijk om aansluitend 3 contracten in 2 jaar te aan te gaan. Dit wordt 3 jaar.
- Ook wordt het mogelijk om de pauze tussen een keten tijdelijke contracten per cao te verkorten van 6 naar 3 maanden als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat maximaal 9 maanden per jaar kan worden gedaan.
- Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever, met uitzondering van pensioen waar een eigen regeling voor geldt. De definitie van de uitzendovereenkomst wordt niet gewijzigd.
- Er worden maatregelen genomen om verplichte permanente beschikbaarheid van oproepkrachten te voorkomen. Zo moet een werknemer minstens 4 dagen van tevoren worden opgeroepen door de werkgever. Ook houden oproepkrachten recht op loon als het werk wordt afgezegd. De termijn van 4 dagen kan bij cao worden verkort tot 1 dag.
- De ww-premie wordt voor werkgevers voordeliger als ze een werknemer een vaste baan aanbieden in plaats van een tijdelijk contract. Nu is de hoogte van de ww-premie afhankelijk van de sector waar een bedrijf actief in is.
LTO ziet niets in de plannen
LTO Nederland ziet niets in deze kabinetsplannen, omdat seizoens- en reguliere arbeid in de land- en tuinbouw fors duurder wordt. Het kabinet motiveert de zogenoemde beprijzing van tijdelijke arbeid als noodzakelijk om de balans op de arbeidsmarkt tussen tijdelijke- en vaste dienstverbanden te herstellen. „Het kan echter betekenen dat teelten uit Nederland verdwijnen. Dat kan niet de bedoeling zijn van het kabinet”, aldus LTO voorzitter Marc Calon.
Zo leiden de invoering van de transitievergoeding vanaf dag 1 voor alle contractvormen en het fors duurder maken van de WW-premie voor tijdelijke contracten tot verhoging van de kosten voor tuinders en fruittelers. „Zij kunnen niet de keuze maken om seizoenkrachten een vast dienstverband te geven”, schetst Calon.
LTO Nederland en de vaktechnische organisaties vinden dat een groot aantal maatregelen in het wetsvoorstel niet leiden tot herstel en vertrouwen bij werkgevers. Ook worden de risico’s van het in dienst nemen van medewerkers, vooral voor kleine werkgevers, niet verlicht. „Voor herstel van de balans op de arbeidsmarkt schiet het Kabinet met een kanon op een mug. Generieke maatregelen worden genomen om specifieke knelpunten op te lossen. Dat is niet de weg en voor onze werkgevers een onbegaanbaar pad”, verwoordt Calon.