Fruittelers weten dat een goede grondstructuur essentieel is voor een nieuwe aanplant. „Iets waarvan een sierteler nog kan leren van een fruitteler. Een fout en je zit met een meerjarige teelt jaren met de gebakken peren. Wat betreft de focus op het vermarkten van producten, kan een fruitteler weer leren van een sierteler”, redeneert Frederik Bunt.
Bunt is voornamelijk pruimenteler in Slijk-Ewijk. Hij is vier jaar geleden begonnen met pioenen voor wat cashflow in een periode dat er in het bedrijf weinig wordt verdiend. Met de teelt onder boogkassen, op 0,5 van in totaal 3 ha, hoopt de ondernemer met deze pioenoogst te pieken tussen die van de kas- en vollegrondspioen in.
Het is niet voor het eerst dat Bunt zich waagt aan sierteeltgewassen. In 2002, 2003 heeft hij getracht brassica en zonnebloemen te telen. Dit bleek geen goede combi met pruimen. De oogst van beide gewassen valt grotendeels in de zomer, evenals die van pruimen. En met brassica moest Bunt zich begeven op een onbekende marktplaats: de veiling. „Al met al te veel aspecten waar ik geen kaas van had gegeten, zodat de nieuwe teelten niet de volledige aandacht kregen. En ik ben niet iemand die dingen graag half doet”, verklaart Bunt.
Vermarkten
Nu Bunt de teelt aardig onder de knie begint te krijgen, vindt hij het tijd worden zich te verdiepen in de verschillende afzetkanalen. Nu zet hij nog alles af via een groothandelaar. Is het echter zinvol toch ook een gedeelte voor de klok te brengen? „Wat betreft de focus op het vermarkten van producten, kan een fruitteler weer leren van een sierteler”, redeneert Bunt.
Gezond maken en houden
Een sport van Bunt in al zijn teelten is het gewas gezond maken, en nog moeilijker daarna gezond houden. Beginnend met een goede grondstructuur creëren. Maar ook kennis vergaren over waterhuishouding, voeding en gewasbescherming.
Vandaar dat Bunt proeven doet bij collega’s. En bewust bij telers met bedekte pioenteelt. „Bij hen is het meeste te leren, omdat zij hun teelt optimaliseren voor een oogst van zeg 30 stengels per vierkante meter. Buitentelers zijn vaak al tevreden bij 10 stengels per vierkante meter”, licht de pioenkweker toe.
Bunt doet onder meer knoponderzoek. Bij jonge knoppen brengt hij gekleurde linten aan, zodat hij achteraf weet welke knop zich heeft ontwikkeld tot de zwaarste en mooiste bloem. De planten graaft hij vervolgens uit om te analyseren.
Lees vrijdag 25 mei de gehele bedrijfsreportage in de Bloemisterij