Het aantal warmtenetten in Nederland zal de komende tien jaar sterk toenemen, maar dan moet aardgas wel fors duurder worden (gemaakt). Daarnaast is het kostenplaatje van warmtenetten ook nog een dingetje. Dit zijn enkele conclusies uit een enquête onder 138 bedrijven en organisaties die actief zijn in de warmtemarkt.
De enquêteresultaten zijn opgenomen in het ’Nationaal warmtenet trendrapport 2017’ dat gisteren officieel is uitgereikt aan voorzitter Ed Nijpels van de SER Borgingscommissie Energieakkoord. Het rapport is een initiatief van Eneco, Ennatuurlijk, Eteck, HVC, NUON en Stadsverwarming Purmerend.
Nederland telt volgens het rapport meer dan 230 warmtenetten, in nagenoeg alle 35 grootste gemeenten. Deze warmtenetten bedienen 317.000 huishoudelijke klanten (bijna 5 % van het aantal woningen) en leveren daarnaast warmte aan kantoren, winkels, industrie én glastuinbouw. De sector heeft op dit moment een omzet van meer dan €600 miljoen.
Sterke groei geothermie
Verwacht wordt dat warmtebedrijven op de korte termijn (de komende vijf jaar) sterk zullen groeien. Daarbij zal het vooral gaan om restwarmte, biomassa en warmte-koudeopslag. Op de middellange termijn (2022 tot 2032) zullen restwarmte en geothermie echter sterk gaan groeien, waarbij geothermie in 2050 uiteindelijk de belangrijkste warmtebron zal zijn geworden.
Warmtenetten zullen volgens het rapport de komende tien jaar een sterk groeiend aandeel in de energiemix gaan krijgen. Als het gebruik van aardgas wordt uitgefaseerd in de gebouwde omgeving zal dat de komst van warmtenetten een enorme boost kunnen geven. Tegelijkertijd vormt een te lage gasprijs ook een grote belemmering voor de groei van warmtenetten. Ook de grote financiering- en investeringsbehoefte wordt als grote belemmering gezien.