De teelt van Vanille planifolia, de orchidee waaruit de geurrijke en kostbare specerij is te winnen, vindt nu nog hoofdzakelijk plaats op het Afrikaanse eiland Madagaskar en het nabijgelegen Franse eiland Réunion. Filip van Noort van WUR Glastuinbouw in Bleiswijk haalde de teelt vier jaar geleden naar Nederland. „Hoewel we de eerste vanille inmiddels hebben geoogst, blijft het nog volop pionieren.”
Vanille kan volgens Van Noort een lucratieve teelt worden voor de Nederlandse glastuinbouw. „Eén gram vanille heeft namelijk een marktwaarde van één euro.” Vandaar dat Innovatiemotor Greenport Aalsmeer en de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen zijn project de afgelopen jaren hebben gefinancierd.
Vier jaar geleden kwam Van Noort thuis met enkele vanillestekjes uit Oeganda. Bij WUR Glastuinbouw in Bleiswijk plantte hij het stek in een kas van 150 m2 op verschillende veensubstraten met bark. Na twee jaar lukte het hem de liaanorchideeën in bloei te krijgen. Daarna had de onderzoeker een halve dag – vanille heeft een bijzonder korte bloeitijd – om de bloemen handmatig te bestuiven. „De plant bloeit in de periode maart–juni. Na de bevruchting groeien er peulen aan waaruit je de vanillestokjes kunt oogsten.”
Consortium
Bij de proef is een consortium van bedrijven en deskundigen betrokken. Het gaat om vijf telers: orchideeëntelers Réne Klinge uit Nederhorst Den Berg en Joris Elstgeest uit Nieuwe Wetering; tomatentelers Lans Tomaten uit Maasdijk, Duijvestijn Tomaten uit Pijnacker en J. van Marrewijk uit Dinteloord. Verder werken aan het project mee: Barbara Gravendeel, orchideeënexpert van Naturalis; Rogier van Vugt, kaschef van de Leidse Hortus Botanicus en WUR-onderzoeker Tycho Vermeulen.
Doel van de proef is grip te krijgen op de groei, bloei en teelt van de plant. „Daarbij is de centrale vraag: hoeveel kilo peulen kun je van een plant oogsten en tegen welke kosten?”, aldus Van Noort. De onderzoekers willen daarnaast weten hoe je de geoogste peulen het beste kunt fermenteren. „Dat is een proces waarbij er, onder invloed van een bepaalde combinatie van temperatuur en vocht, allerlei enzymatische omzettingen plaatsvinden die de vanille zijn karakteristieke geur geven.”
In Afrika gebeurt het fermenteren in de open lucht, op roosters onder een overkapping. „Wij proberen dat in de kas na te bootsen in klimaatkamers”, aldus Van Noort. Na de fermentatie kan de vanille worden verkocht in de vorm van de bekende vanillestokjes. „Je kunt de stokjes ook vermalen, oplossen in alcohol en als extract op de markt brengen.”
Geduldige klus
De teelt van vanille is geen peulenschil. Zo is het in bloei krijgen van de plant, evenals bij andere orchideeën, een zaak van het afstemmen van de watergift en de temperatuur. De optimale verhouding daartussen is inmiddels gevonden, maar het in bloei trekken van vanille blijft volgens Van Noort een geduldige klus. „Zo bloeit vanille uit stek pas als tweejarige plant en vanille uit weefselkweek minimaal als driejarige plant, maar we horen ook verhalen over zeven jaar.”
Daarnaast is de handmatige bestuiving, waarbij met behulp van een prepareernaald of satéstokje de barrière tussen stamper en meeldraden wordt opgeheven, een minutieus karwei. Ook naar het optimale teeltsysteem wordt nog gezocht. „Duidelijk is al wel dat een hoge-draadsysteem niet optimaal is. Je moet altijd zorgen dat de clusters met peulen hoog in de top van de plant hangen. Dat bekent dat je de plant in een soort S-vorm vanuit de top weer naar beneden en weer naar boven moet leiden.”
Het project met ’nedervanille’ loopt eind dit jaar af. Van Noort hoopt dat de topsector T&U binnenkort positief beslist over financiering van een vervolgtraject.