‘Nou, echt hoor, we gebruikten dat spul een tijdje en wat denk je? Overal zagen we weer rooie wurmpjes kruipen. Ongelooflijk toch? En alleen maar omdat we vóór de teelt een paar kilo per are uitstrooiden. Alsof de grond weer in de oude staat hersteld was!’
Het is inmiddels al meer dan dertig jaar geleden dat een oom van mij dit verhaal bij ons thuis vertelde. Vol overtuiging van het feit dat het werkte. Ik, sceptische blaag die ik was, moest er een beetje om lachen. Maar wat denk je? Een paar jaar later gingen ook wij aan de Bio-Vegetal. Organische bemesting bij de lelies en daar hoorde dat spul helemaal bij.
Waren we tevreden? Volgens mij wel. Toch kwam het moment dat we vrijwel helemaal overgingen op bijmesten. Via de regenleiding, lekker makkelijk. En ook dat werkte, intussen overgeschakeld op matricaria, jaren goed. Een beetje van dit en een beetje van dat. Maar vooral chemisch. Want dan wist je zeker wat je deed.
Nu lijkt het tij gekeerd. Grond is jaren beschouwd als een laag substraat waar je mee kunt doen wat je wilt. Maar zo schijnt het toch niet te zijn. Grond is levend. Tenminste, dat willen filmpjes op Twitter ons laten geloven. Door op een goede manier met de bodem om te gaan voorkom je allerlei ziekten. En onder die goede manier verstaat men over het algemeen geen chemische middelen.
Zo zijn we begonnen met Trianum. Geen AAterra meer. Ook Fenomenal blijft nog in de kast. En tot mijn verbazing gaat het best goed. Het vroeg wel wat aanpassing in de gietstrategie, maar op een enkele plek na groeit het prima.
Wat blijkt nu? Aanbieders van plantversterkers hebben middelen, daar zitten nog veel meer micro-organismen in. Voor een nóg weerbaarder bodem en groeikrachtiger planten. En wij geloven het allemaal. Als we maar van die chemie afkomen. Alles voor een gezonde planeet.
Maar nu even tussen ons, collega’s: Ik word er soms wel wat onrustig van. Want stel nou hè, dat het over een tijdje toch niet wil groeien? Waar staat die medicijnkast van Sjaak van der Tak?
Kees van Egmond