Vier randvoorwaarden voor overheveling groen onderwijs van EZ naar OCW

Verworvenheden van groen onderwijs bij het ministerie van Economische Zaken (EZ) hoeven bij overheveling naar Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) niet in gedrang te komen. Dan moet wel aan vier randvoorwaarden worden voldaan, concludeert een ambtelijke werkgroep.

De vier voorwaarden zijn:
• er moet een sterke band blijven tussen EZ en groen onderwijs. Overheidsbeleid betreffende land- en tuinbouw moet vorm krijgen in het groene onderwijs.

• de ontwikkeling van groene mbo-opleidingen moet gemonitord worden. Agrarische opleidingscentra (aoc’s) behouden hun wettelijke status, maar regionale opleidingscentra (roc’s) mogen groenopleidingen gaan aanbieden. Dit hoeft geen maar kan wel leiden tot een bedreiging van kleine unieke groene mbo-opleidingen.

• aansturing Wageningen Universiteit & Research (WUR). Na overheveling wordt WUR door twee ministeries aangestuurd. Om samenhang tussen onderwijs en onderzoek bij WUR te behouden moeten EZ, OCW en WUR aanvullende bestuurlijke afspraken maken.

• harmonisatie bekostiging. De bekostiging van het groene mbo en WUR worden aangepast aan de bekostiging van alle overige onderwijsinstellingen. Daarbij is van belang om een zorgvuldige afweging te maken over de wijze waarop en het tempo waarin de harmonisatie plaatsvindt.

Kansen
De overheveling van het groen onderwijs biedt ook kansen. De belangrijkste is de mogelijkheid om de twee onderwijsbudgetten samen te voegen. Dit zorgt voor gelijke bekostiging van groen en niet-groen onderwijs en biedt zekerheid en duidelijkheid voor alle partijen. Verder is de verwachting dat een overheveling van groen onderwijs positief effect kan hebben op de samenwerking tussen groen en door OCW bekostigd onderwijs, bijvoorbeeld door het aangaan van samenwerkingsverbanden, het delen van faciliteiten en het uitwisselen van kennis. Tot slot wordt de doelmatigheid in de werkwijze tussen OCW en EZ bevorderd.