Afgelopen weekend was ik met mijn familie in het Japanmuseum-SieboldHuis in Leiden. Philipp Franz von Siebold woonde hier rond 1840. Von Siebold was van Duitse komaf, werkte als chirurgijnmajoor in het Nederlandse leger en werd naar Japan gestuurd. Verzamelde er vogels, vissen en zoogdieren, maar vooral ook planten en stuurde deze naar Nederland. Werd uiteindelijk Japan weer uitgeknikkerd. Interessante man.
Von Siebold bracht meer dan 700 planten naar Europa. Hieronder talloze esdoorns, dwergkwee’s, hosta’s, sierappels en hortensia’s. Deze voorheen voor ons onbekende planten, staan nu in vrijwel elke tuin. Ook de mijne. Voor wie het nog niet wist: ik ben een Japan fetisjist.
In 1977 bracht plantenverzamelaar en iepenprofessor Hans Heybroek een bezoek aan Japan. Natuurlijk op zoek naar resistente iepen. Japanse iepen zouden wel eens minder vatbaar kunnen zijn voor iepziekte. Die schimmel komt tenslotte uit Azië.
Heybroek stuurde iepenzaden naar Nederland, liet ze kiemen en plantte ze vervolgens in de Flevopolder. Daar staat nu het grootste bos ter wereld van Japanse iepen buiten Japan.
Veertig jaar later blijkt die Japanse iep superresistent te zijn. Wageningen Universiteit brengt deze volgende jaar op de markt. Mooi verhaal voor een iepenfetisjist. Iep, iep, hoera.
Maar het verzamelen uit exotische oorden pakt niet altijd goed uit. Von Siebold nam namelijk ook de inmiddels overbekende Polygonum sieboldii mee en stuurde deze interessante plant trots naar Kew Gardens in Engeland. De plant heet tegenwoordig Fallopia japonica. Beter bekend als de woekerende Japanse duizendknoop. Deze invasieve exoot zou ik graag het land weer uit knikkeren.
Dit was de laatste column van Hans Kaljee. In januari zal Ruud Aanhane de plek van Hans innemen.
Hoi Hans, interessant verhaal; en wat doen ze in Japan tegen de Fallopia japonica? Of hebben ze daar geen last van de woekeraar? Zo niet, is daar een verklaring voor?