Het vertrouwen dat glastuinbouwondernemers in hun bedrijf hebben, heeft in het derde kwartaal van 2019 een knauw gekregen. De index daalde met ruim 6 punten. Voor een dergelijke daling moeten we terug tot het tweede kwartaal van 2017. Hoewel de stemming op de bedrijven nog altijd prima is, met een index van 27 punten, moest de index wel 3 punten inleveren ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019. Maar met name de verwachtingen voor de komende 2 à 3 jaar daalde (-9 punten). Zowel de stemmingsindex als de index van de verwachtingen van ondernemers op de middellange termijn (2 à 3 jaar) vormen samen de Agro Vertrouwensindex.
De stemmingsindex staat in het derde kwartaal van 2019 op 27 punten. Dit is een daling van bijna 3 punten ten opzichte van een kwartaal eerder. De huidige stemming op het bedrijf is onder ondernemers al geruime tijd positief en schommelt de laatste jaren rond de 30 punten. Hiermee is de glastuinbouw momenteel nog altijd, op de varkenshouderij na, het positiefst van alle land- en tuinbouw sectoren.
In lijn met de gedaalde stemmingsindex daalde ook de conjunctuurindex van de afgelopen 12 maanden in het derde kwartaal van 2019. Hier was de daling zelf groter dan bij de stemmingsindex. De index daalde 7 punten naar -12. Zowel de productie als de opbrengstprijzen werden negatiever beoordeeld, terwijl de index van de kosten onveranderd bleef ten opzichte van een kwartaal geleden.
Het vertrouwen dat ondernemers hebben in hun bedrijfssituatie op de middellange termijn (toekomstverwachting 2 à 3 jaar) is in het derde kwartaal van 2019 met ruim 9 punten gedaald. De index staat nu nog net boven nul. Hoewel de middellange termijn verwachting al sinds halverwege 2016 aan het dalen is, is dit wel een sterke negatieve bijstelling.
Over de komende 12 maanden (conjunctuurindex komend jaar) zijn glastuinbouwondernemers ook sterk negatiever dan in het tweede kwartaal van 2019. De index daalde van +4 naar -8 punten. Over de gehele linie van verklarende factoren is het oordeel van ondernemers negatiever. Vooral verwacht men een lagere opbrengstprijs (-16 punten). Mede door de verwachtte stijgende kosten en lagere producties daalt ook de winstverwachting.
