We leven in een onvoorspelbare wereld. Dat is een understatement in een tijd dat het coronavirus de aardbol in zijn greep heeft. Wetenschappers zijn ervan overtuigd dat we die strijd uiteindelijk gaan winnen, dus kijken we als glastuinbouw ook naar de langere termijn. Een toekomst die op gebied van energie voor de korte termijn wordt gedomineerd door onzekerheid. We waren zo lekker op weg: een stappenplan naar fossielvrij in 2030, aardwarmte, restwarmte of biogas, investeren in elektrificatie. Een onvoorspelbare overheid zorgt voor onzekerheid; ’willen verduurzamen’ is wat anders dan ’kunnen verduurzamen’.
Dicht bij huis hebben de telers in de Zuidplaspolder en Bleiswijk nog steeds geen duidelijkheid over restwarmte via de transportleiding Rotterdam-Leiden. Gemeenten in het gebied, met plannen voor stadsverwarming, hebben zich ook gemeld in de discussie. Het traject loopt, er zijn zeker mogelijkheden, maar we moeten er als warmtecoöperatie wel voor zorgen dat ons financiële plaatje niet ondersneeuwt. Een situatie die past onder de noemer: wat als?
Ja, we hebben ons als sector uitgesproken voor minder gebruik van fossiele brandstoffen en minder uitstoot van CO2. Ja, dat is ook vastgelegd in een Klimaatakkoord waar we als glastuinbouw onze handtekening onder willen zetten. Maar niet als de zaken blijven zoals ze nu liggen. Over de ODE-heffing is al veel gezegd en geschreven, met als moraal van het verhaal dat deze maatregel een averechts effect heeft op verduurzaming. Het gas is goedkoop, de stroom wordt duurder en van de meerwaarde van de WKK hoef je geen tuinder nog te overtuigen. De keuze lijkt eenvoudig.
Met de hernieuwde populariteit van de WKK lopen we echter wel tegen onze eigen klimaat-doelstellingen aan. We gaan immers meer fossiele brandstof gebruiken. Daar zou diezelfde overheid voor een gelijk speelveld moeten zorgen. We worden als sector gezien en beoordeeld als energieproducent, maar hebben niet dezelfde privileges als energiecentrales. Dat terwijl we bij onbalans leveren op het net, CO2 hergebruiken en de opgewekte warmte volledig benutten. Daar kunnen energiebedrijven een voorbeeld aan nemen.
Achter de schermen strijdt Glastuinbouw Nederland samen met ondernemers voor de belangen van de teeltbedrijven en dat gelijke speelveld. De overheid ziet de glastuinbouw als een betrouwbare partner. Dat moet de basis zijn om de kloof tussen kennismakers en beleidsmakers te verkleinen, op weg naar een duurzame glastuinbouw.