Veel meer natuurlijke bestrijders in bloemen en planten

In snijbloemen onder glas is in 2016 op 69,2% van de totale oppervlakte natuurlijke bestrijders uitgezet. Dat is bijna 25% meer dan in 2012. In groene kamerplanten steeg dit percentage ruim 40% naar 87,7% en in bloeiende kamerplanten met ruim 35% naar 86,0. In perkplanten is de inzet veel beperkter, namelijk 13,6% een stijging van bijna 5%. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de land- en tuinbouw.

Het CBS geeft alleen van enkele snijbloemen concretere cijfers. Daar zijn per gewas ook forse stijgingen te zien, gerbera uitgezonderd. Op 69,4% van het gerbera-areaal werden in 2016 natuurlijke bestrijders ingezet, een daling van 18,6% in vergelijking met 2012. In chrysant was de inzet op 80,5% (+ 20%) van het areaal, in roos op 86,2% (+ 19,7%), in orchidee 59,2% (+ 17,8%), in freesia 14,8% (+ 3,4%) en in lelie 10,1% (+ 9,8%).

Het totale gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen (kg) in de snijbloemen en potplanten onder glas is met 37% gedaald. Tussen 2012 en 2016 is het totale areaal van deze sector ook iets afgenomen. Dit betekent nog steeds een aanzienlijke daling van het gebruik van chemie met ruim een kwart (26%) per ha.

Groene ambitie

De CBS-cijfers bevestigen volgens LTO Glaskracht de groene ambities van glastuinders. „De ambitie om groen te ondernemen ligt bij onze leden hoog. Hun inspanning wordt door deze cijfers bevestigd, maar om deze ambitie te realiseren blijven gewasbeschermingsmiddelen de komende jaren nodig”, aldus Sjaak van der Tak.

De voorzitter LTO Glaskracht Nederland grijpt daarom weer zijn kans om landbouwminister Schouten zich sterk te maken voor deze groene ambitie, zowel Nederland als in Europa. „Helaas verloopt de toelating van innovatieve, groene gewasbeschermingsmiddelen veel trager dan noodzakelijk. De toelatingsprocedures zijn ingewikkeld en kostbaar. Dit remt de ambitie om met zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen te telen. Dit betekent bovendien dat de Nederlandse land- en tuinbouwsector haar koppositie op het gebied van duurzame, efficiënte en innovatieve producent van voedings- en siergewassen verliest.”

Ook uit MPS-cijfers

De bevindingen van het CBS sluiten aan bij die van MPS. Uit de MPS-Milieubelastingindicator (MPS-MIND) blijkt dat de milieubelasting van door de kwekers en telers (alle Nederlandse MPS-ABC gecertificeerde bedrijven) gebruikte middelen is gedaald. De potentiele milieubelasting per hectare is in 2016 gedaald met 31% ten opzichte van2012. Zo is de milieubelasting van ‘Snijbloemen onder glas’ gedaald met 37%.

„De integrale aanpak van gewasbescherming heeft dus een positieve uitwerking. Met name bij hoog-risico middelen zien we een stevige daling”, aldus Harold Beek van MPS.

Gehele land- en tuinbouw

In 2016 heeft de landbouw 5,7 miljoen kilogram chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruikt; 3,% minder dan in 2012. De dosering per hectare is met 2% toegenomen, het aantal hectare waarop chemische middelen worden gebruikt, is met 5% afgenomen.

In 2016 werd bijna 2,8 miljoen kilogram aan chemische gewasbeschermingsmiddelen ingezet ter bestrijding van schimmels en bacteriën, bijna 3% minder dan in 2012. Voor onkruidbestrijding en loofdoding is bijna 1,5 miljoen kilogram gebruikt, ruim 15% minder dan in 2012. Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen ter bestrijding van insecten en mijten daalde met 26%, tot 96 duizend kilogram werkzame stof in 2016.

Wel steeg het gebruik van chemische middelen voor overige gewasbeschermingsdoelen zoals slakkenbestrijding, plantengroeiregulatie en kiemremming en andere vormen van gewasbescherming. Dit laatste betreft vooral het gebruik van minerale olie tegen de overdracht van virussen en het gebruik van fosthiazaat om aaltjes te bestrijden.

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties