Het verlaagde tarief in de energiebelasting voor aardgas dat speciaal voor de glastuinbouw van toepassing is, blijft bestaan. Dat schrijft staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken (EZ) in een brief aan de Tweede Kamer. Uit een evaluatie blijkt volgens de bewindsman dat het bijzondere tarief nog steeds bijdraagt aan het doel waarvoor het is ingesteld.
Van Dam liet LEI Wageningen UR en CE Delft het energiebelastingtarief glastuinbouw tegen het licht houden. Uit het onderzoek blijkt dat het verlaagde tarief nog steeds bijdraagt aan het doel van de regeling, namelijk het voorkomen van onbedoelde lastenverzwaring. Alternatieven voor het verlaagde tarief zijn er ook, bijvoorbeeld een vlaktarief, progressief tarief of twee-staffeltarief. Volgens Van Dam kan daarmee eveneens het beoogde doel worden behaald, alleen passen die alternatieven niet binnen de opzet van de energiebelasting, leiden ze tot ongelijke behandeling van sectoren en zijn ze niet budgettair neutraal. De staatssecretaris vindt de alternatieven daarom niet reëel.
Toen de energiebelasting begin deze eeuw werd ingevoerd, vond er daarbij een schuif plaats van directe naar indirecte belastingen. Daarom werden er terugsluismaatregelen genomen om de energiebelasting grotendeels te compenseren naar verbruiksklasse en op sectorniveau. Voor de energie-intensieve sectoren, waaronder de glastuinbouw, bood deze lastenverlichting echter onvoldoende compensatie. Er kwam daarom in eerste instantie een nultarief voor de hogere verbruiksklassen, dat later veranderde in een degressief gestaffeld tarief zoals dat nu geldt. In de hogere verbruiksschijven geldt daarbij een lager tarief.
Onbedoelde lastenverzwaring
In de glastuinbouw maken de energiekosten gemiddeld 17% van de omzet uit. Daarmee is de sector energie-intensiever dan de vijf meest energie-intensieve sectoren. De glastuinbouw kent echter wel een grote spreiding in energie-intensiteit tussen de verschillende bedrijven, terwijl de bedrijfsstructuur van de glastuinbouw kleinschalig is vergeleken met de overige energie-intensieve sectoren. Veel glastuinbouwbedrijven profiteren daardoor onvoldoende van de reguliere degressieve tariefstructuur van de energiebelasting. Om ook voor de glastuinbouw een onbedoelde lastenverzwaring te voorkomen, is daarom een apart verlaagd tarief ingesteld voor aardgas. Het verlaagde tarief geldt uitsluitend voor de eerste en tweede tariefschijf. Voor de derde en vierde tariefschijf geldt het reguliere degressieve tarief voor grootverbruikers. Voor elektriciteit betaalt de glastuinbouw in alle schijven het reguliere tarief.
Vrijstelling voor WKK’s
Voor het aardgasverbruik in WKK’s geldt overigens onder voorwaarden voor alle sectoren, dus ook voor de glastuinbouw, een vrijstelling voor de energiebelasting. Die vrijstelling voorkomt dubbele belasting omdat de tuinder over de met WKK opgewekte elektriciteit immers al energiebelasting betaalt. Over het gasverbruik van een gasgestookte ketel moet een tuinder wél belasting betalen. De meeste kleinere bedrijven maken geen gebruik van WKK en profiteren daardoor ook niet van de vrijstelling.