Van Dam: ’Breed publiek spreekt van landbouwgif’

Burgers spreken van landbouwgif als het om risicovolle gewasbeschermingsmiddelen gaat. Om hen aan te spreken over de inspanningen die tuinders leveren om juist met minder risicovolle middelen te werken, gebruikte staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken (EZ) de term landbouwgif in een persbericht.

Van Dam begrijpt dat de land- en tuinbouwsector liever over gewasbeschermingsmiddelen spreekt. Normaal gesproken gebruikt hij deze terminologie ook. In een brief aan de Tweede Kamer legt hij uit waarom hij daar één keer is van afgeweken.

Van Dam stelt dat het een persbericht voor een breed publiek betreft waar, vanwege de doelgroep, naast de gebruikelijke term ‘gewasbeschermingsmiddelen’ ook spreektaal is gebruikt. Er zijn risicovolle gewasbeschermingsmiddelen en veel minder risicovolle gewasbeschermingsmiddelen. Minder risicovolle middelen hebben inderdaad vaak een selectieve werking. Het woord landbouwgif is als synoniem gebruikt voor de risicovolle gewasbeschermingsmiddelen. In de communicatie is ingezet op het op een positieve manier onder de aandacht brengen van de ontwikkeling van groene en laagrisicomiddelen door de tuinbouwsector in Nederland.

Bewuste keuze?
De Tweede Kamerleden Helma Lodders van de VVD, Elbert Dijkgraaf van de SGP en Jaco Geurts van het CDA vielen over het gebruik van de term ‘landbouwgif’ in het persbericht ‘Innovatieve schimmel nieuw alternatief voor landbouwgif’ van EZ. Zij wilden weten of het een bewuste keuze was om de term landbouwgif te gebruiken. Het begrip ‘landbouwgif’ wekt volgens hen de indruk dat veel middelen schadelijk zijn en doet geen recht aan de steeds selectievere werking van middelen.