Al vroeg was het bloedheet, die zomerochtend in Vleuten ergens aan het einde van de vorige eeuw. Jos Brockhoff, de directeur van Veiling Vleuten, had het bovenste knoopje van zijn overhemd al los gemaakt. Enthousiast gidste hij me door het veilproces, met uiteraard de zit in de kopersbankjes voor de klok als hoogtepunt. De aanvoer was met het warme weer laag, de kopers waren niet enthousiast.
Teruglopend naar zijn kantoor liepen we langs een rij karren met bloemen van uitmuntende kwaliteit. Aan het einde van deze rij kieperden drie medewerkers ze allemaal in een vuilcontainer. ,,Doorgedraaid”, zei Brockhoff. ,,Telers hebben het geprobeerd, maar verloren.” Veel tijd en moeite in een kwaliteitsproduct steken en er niets voor terug krijgen. Eeuwig zonde.
Een kleine twintig jaar later lopen telers nog steeds het risico dat hun product voor de klok wordt doorgedraaid. In bijvoorbeeld gerbera is dat in juni ook massaal gebeurd, zo is te lezen in deze editie van het vakblad. Een breed geaccepteerd fenomeen in de sierteelt, maar menig specialist in risicomanagement fronst ongetwijfeld de wenkbrauwen bij het risico die telers lopen in deze mismatch van vraag en aanbod.
Bij gerbera zijn deze zomer bij de klokaanbieders de klappen gevallen, constateren telers zelf. Collega’s die direct verkopen, hebben een stabielere periode. Zij profiteren niet van de prijspieken voor de klok, maar vallen ook niet in de dalen. In heel de discussie om de klok aantrekkelijk te houden, moet dan ook het verkleinen van de risico’s voor de teler bij deze afzetmethode zeker worden meegenomen. Zeg je: ’dat hoort bij de klok’, dan moet je ook accepteren dat telers steeds vaker zekerheden naast de klok zoeken.
Dit is de Kijk op de Week uit het Vakblad voor de Bloemisterij nr. 36 van vrijdag 8 september 2017