Het huidige logistieke systeem van Royal FloraHolland (RFH) kraakt en piept aan alle kanten. Oorzaak is onder meer het hogere veiltempo en het steeds fijnmaziger worden van de markt. Op de verdeelvloer leidt dat tot meer transportbewegingen en langere ’sleepjes’, waardoor het moeilijker wordt bloemen tijdig in de box bij de handel te krijgen.
Inmiddels heeft RFH maatregelen genomen om de doorlooptijden te verbeteren. De resultaten daarvan lijken veelbelovend. Maar moet er niet nog veel meer gebeuren? De fijnmazigheid zal de komende jaren immers blijven toenemen, terwijl ook andere ontwikkelingen logistiek gezien van belang zijn, zoals de sterk groeiende filedruk en het tekort aan mensen dat vroeg in de ochtend wil werken. Het roer moet dus radicaal om.
In de supply chain kunnen er ook nog veel zaken efficiënter. Denk aan een betere koelketen, een betere beladingsgraad van karren en vrachtwagens door bloemen ’droog’ in plaats van ’nat’ te vervoeren, een uniform systeem om fusten gedurende de hele keten te kunnen tracken & tracen en het uit elkaar trekken van de transactietijd en het moment van transport.
Zo’n systeemverandering kost echter bloed, zweet en tranen van zowel kwekers als handelaren, zeker omdat iedere partij zijn eigen belangen heeft. Bovendien is expertise van buiten de sierteelt nodig, bijvoorbeeld van data-analisten, app-ontwikkelaars, logistieke experts en ICT’ers. Voordat alle neuzen één kant op staan, ben je al gauw jaren verder. In dat kader is het stokpaardje van transitieprofessor Jan Rotmans erg actueel. Hij benadrukt voortdurend dat je voor radicale innovaties niet moet wachten totdat er breed draagvlak voor is. ’Ga gewoon beginnen met een kopgroep’.
