Respect voor Ecuadoriaanse rozen. Dat krijg je als je ziet hoe ze ingepakt worden.
Eerst een strook karton neerleggen op een tafel. Geen platte tafel, maar één met een soort uitsparing van zo’n 20 cm breed en 20 cm hoog. Schat ik. Het is de vorm van een bundel rozen, zo zal later blijken. Het karton ligt er net, of de dame legt de eerste rij van vier rozen neer. Knoppen keurig naast elkaar. Dan een verdieping lager, dus net onder de eerste rij, wederom vier stelen. Vervolgens een stuk karton erop en dan weer twee lagen rozen. Onderwijl wordt dan nog dun stuk papier tussen die bloemen verpakt. Tot slot het laatste viertal, want er gaan twintig stelen in een bundel. Een klein stuk bruin karton, we zagen het al eerder, legt de dame los op het laatste viertal. En dan begin het.
Ze buigt zich over de bloemen. Trekt aan de uiteinden van de strook karton waarmee ze de lege tafel dekte, aan het begin van het hele inpakproces. Eerst beweegt het lichaam naar rechts. Dan even oprichten, de andere kant van het karton pakken, en naar links bewegen. Aan de kromming van haar armen en rug is te zien dat er kracht wordt uitgeoefend. Onderwijl blijft ze aandachtig kijken naar haar rozen. Ze moeten keurig op hun plek blijven en niet beklemd raken tussen wat dan ook. Zorg wordt er aan besteed. En Ecuadorianen zijn klein van stuk, dus waarschijnlijk ziet het er allemaal bruter uit dan het in werkelijkheid is. Toch krijgt de uitspraak ’rozen wekken emotie op’, een andere lading na het zien het hele tafereel.
Als alles stevig is aangesnoerd, dan vouwt de dame het karton op zijn plek en niet het op meerdere plekken vast. Een compacte bos. Dat kan je zeggen. Rozen die een stootje kunnen hebben. Sterke rozen, keurig in het gelid. De eerste krachtproef ondergaan ze al als ze net geoogst zijn. Als je dat overleeft, moeten transport en uitbloeien op de vaas te doen zijn.