Commercie is volgens sommigen nog steeds een reden waarom hulpstoffen niet worden toegevoegd aan gewasbeschermingsmiddelen. Toch stellen fabrikanten van die middelen dat ze meer dan voorheen hulpstoffen als uitvloeiers en hechters aan hun formuleringen toevoegen. Alleen de werkzame stof en een vulstof als water, olie of klei is niet voldoende.
Als hulpstoffen de effectiviteit van middelen verhogen, waarom dan niet toegevoegd door fabrikanten van deze middelen? Het antwoord heeft volgens Hans de Ruiter van Surfaplus deels met de historie te maken: „Middelenfabrikanten zagen hulpstoffen als bedreiging voor hun afzet en daarmee hun omzet. Deze houding is inmiddels wel volledig omgedraaid, gezien het aantal uitvloeiers dat aan middelen wordt toegevoegd. Bovendien is het besef gekomen dat met inzet van hulpstoffen middelen behouden kunnen blijven. Vertimec is daarvan een goed voorbeeld.”
Met minder beter
Wat commercie betreft ziet Jan Krouwer, adviseur bij Royal Brinkman, dat de handel zich terdege bewust is van het feit dat het met minder beter moet. „Zie als bijvoorbeeld de introductie bij Mainspring waarbij juist veel aandacht hieraan besteed is. Ook voor andere juist geïntroduceerde middelen wordt veel aandacht aan resistentiemanagement en afwisselen gegeven en ook het aantal keren per jaar te mogen gebruiken. Daarom moet het beter, ondermeer middels hulpstoffen, iedere klap moet raak zijn.”