Het kabinet moet de positie van vrachtvluchten op Schiphol waarborgen door daarvoor met structurele oplossingen te komen in plaats van een jaarlijkse verdeling van vluchten. Via een motie heeft Tweede Kamerlid Cem Laçin (SP) het kabinet daar deze week om gevraagd. Vrachtvluchten zijn volgens hem een belangrijke factor voor werkgelegenheid op en rond Schiphol.
Schiphol kampt al langere tijd met een tekort aan ’slots’ (landings- en starttijden). Daardoor landt volgens Royal FloraHolland op dit moment minder dan de helft van alle vluchten met importbloemen nog op Schiphol. De rest van de bloemenvluchten wijkt uit naar buitenlandse luchthavens zoals Luik, Brussel, Luxemburg of Frankfurt.
Schiphol Local Rule 2
Recentelijk gaf verantwoordelijk minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat groen licht voor de Schiphol Local Rule 2, de nieuwe verdeling van slots voor het komende winterseizoen. Van de maximaal 500.000 starts en landingen die Schiphol jaarlijks te verdelen heeft, wordt 1% om uiteenlopende redenen niet gevlogen. Van deze niet-benutte slots valt 25%, volgens de Local Rule 2, nu toe aan luchtvracht. De SP vindt die oplossing niet structureel genoeg en komt daarom met een motie.
Werkgelegenheid
Overigens ziet de SP, evenals andere linkse partijen, liever meer vrachtvervoer per spoor en binnenvaart dan door de lucht gaan. Voor vrachtvervoer vanuit bijvoorbeeld Azië is dat volgens Laçin echter niet altijd mogelijk. „Binnen de 500.000 vliegbewegingen die nu jaarlijks op Schiphol zijn toegestaan, moet er daarom voldoende ruimte blijven voor vrachtvluchten”, aldus de SP’er vorige maand tijdens een Kamerdebat over de luchtvaart. De partij hamert daarbij op het feit dat luchtvracht voor 20% van de werkgelegenheid op Schiphol zorgt.
Luchtvaartnota
Over de motie stemt de Kamer op dinsdag 28 mei. Mogelijk wordt deze aangehouden. Minister Van Nieuwenhuizen had daar om gevraagd omdat er momenteel onderzoek loopt naar de economische aspecten van luchtvracht. „Mede op basis daarvan gaan we dit onderwerp een plaats geven in de Luchtvaartnota”, aldus de bewindsvrouw.
