De Raad van State heeft op 30 november een boete van € 28.000 voor een rozenkweker in Zuidplas in stand gelaten. De rozenkweker probeerde de door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) opgelegde boete van tafel te krijgen, omdat die onterecht zou zijn. Maar de Raad heeft zijn bezwaren afgewezen.
Aanvankelijk had het ministerie de teler zelfs een boete van € 42.000 opgelegd. De Haagse rechtbank verlaagde die boete na bezwaren van de rozenkweker, maar verklaarde hem wel schuldig vanwege het werken met hulpkrachten zonder de vereiste werkvergunning. De Raad van State heeft het oordeel van de rechtbank op een klein onderdeel na, bevestigd.
Bulgaren
De boete kwam na een controle door inspecteurs van SZW in 2014. Daarbij werden zeven Bulgaren op de kwekerij aangetroffen zonder werkvergunning. Volgens de rozenkweker was die vergunning niet vereist, omdat het om vennoten van een bedrijf zou gaan.
Maar uit hun verklaringen maakte het ministerie op dat ze feitelijk niet als zelfstandigen werkten. De Bulgaren kregen instructies en hun werk werd door een voorman gecontroleerd. Verder waren er vaste werktijden. Volgens de Raad blijkt hier al uit dat de vreemdelingen in een gezagsverhouding werkten en dus niet als zelfstandigen kunnen worden gezien. Het werk werd daarom illegaal verricht en dus was de boete terecht.