Royal FloraHolland stopt mogelijk met incasso BBH-gelden

De directie van Royal FloraHolland gaat de discussie met de Ledenraad aan over de inning van de BBH-gelden via de veiling. „Het moet niet zo zijn dat Royal FloraHolland de enige is die de inning doet terwijl concurrerende platformen ervoor kiezen dat niet te doen”, zegt CEO Steven van Schilfgaarde in een interview met het Vakblad dat vrijdag as verschijnt. BBH-directeur Dennis van der Lubbe wil zo snel mogelijk met RFH en de platformen om tafel.

Van Schilfgaarde wijst erop dat Royal FloraHolland voor Bloemenbureau Holland nog altijd heel veel geld int. Jaarlijks 15 miljoen euro. „Maar ik heb wel gezegd dat het niet zo moet zijn dat Royal FloraHolland de enige is die de inning doet terwijl concurrerende platformen ervoor kiezen dat niet te doen. We voeren met de Ledenraad de discussie of we de incassofunctie nog moeten vervullen.”

Fotografie Sarah Vlekke, Gerard-Jan Vlekke Fotografie

Volgens Van Schilfgaarde kan het niet zo zijn dat telers en handelaren voor concurrerende bedrijven kiezen, omdat ze die bijna 0.4% willen vermijden. „Concurrentie is goed, maar er moet wel een gelijk speelveld zijn.”

De CEO is van mening dat Royal FloraHolland zich echt als dienstverlener moet opstellen waarbij ze de bedrijven en de structuur in de waardeketen maximaal ondersteunen. „Dat betekent primair dat we kwekers zo effectief mogelijk proberen neer proberen te zetten en klanten maximaal faciliteren waardoor zij optimaal succesvol zijn in de markt.”

Eerlijk speelveld

Van Schilfgaarde zegt verder dat hij niet zit te wachten op het afschaffen van het promotiepotje. „Ik wil gewoon een eerlijk speelveld.”

De vraag is hoe de BBH-gelden geïnd gaan worden als RFH het niet meer doet. Van Schilfgaarde heeft daar ideeën over. „Of je kiest er met zijn allen voor dat iedereen int of je kiest voor een algemeen verbindende heffing per ha, zoals nu bediscussieerd wordt voor innovatie. Iedereen realiseert zich dat we als sector grote belangen en de verantwoordelijkheid hebben om een toekomst te creëren. Individueel is iedereen daar te klein voor en we moeten met zijn allen het lef hebben gezamenlijk op te trekken, dat is mijn streven.”

Rol van de exporteur

De veilingdirecteur zegt verder dat exporteurs de rol hebben om te vermarkten. „De RvC van FloraHolland en de leden verwachten dat exporteurs de rol van vermarkting en promotie oppakken. Daar ben ik in gesprek over  met het  klantenplatform. Dat zij verdere groei mogelijk maken. Daar zijn ze ook goed in, hè! De groei van de sierteeltsector is de afgelopen periode met name getrokken vanuit de groei van de exporteurs en creatieve input van kwekers, maar het zijn exporteurs geweest die verkoop hebben gedaan.”

Van Schilfgaarde gaf in december tijdens de alv in Aalsmeer al aan dat RFH de ambitie om meer consumenten te bewegen om een miljard euro meer aan bloemen en planten te laten besteden in 2020 heeft laten varen. „Het is niet onze rol en we hebben bovendien het geld en de competenties niet”, zei Steven van Schilfgaarde.

Verder liet hij toen weten dat het niet de rol van RFH is om de hele sierteeltsector op de schouders te nemen. „De rol wordt ons ook niet gegund door de handel. We hebben bovendien de competenties en het geld niet.”

De algemeen directeur van FloraHolland erkende dat 0,2% die telers afdragen en de 0,19% die kopers afdragen over de omzet die ze via de veiling realiseren weinig is. Hij ervoer echter toen al  dat veel kwekers en kopers niet meer willen betalen. „De groei van het concurrerende platform Ai2 is fors. Kwekers kiezen voor om via dat platform af te rekenen, omdat ze die 0,2% niet willen betalen”, zei hij op de alv.

Promotie te veel gezien als kostenpost

Directeur Dennis van der Lubbe van Bloemenbureau Holland zegt dat hij vanuit bedrijfseconomisch oogpunt snapt dat Royal FloraHolland een level playing field wil. „Maar je kunt dat op twee manieren bereiken. Je int het geld niet meer, omdat andere platforms dat ook niet doen. Of je zorgt ervoor dat andere platforms het geld ook gaan innen.”

Dennis van der Lubbe, directeur BBH.

Volgens Van der Lubbe wordt promotie in de sector nog teveel gezien als een kostenpost in plaats van een investering naar de toekomst toe. „Het is juist van belang dat alle platformen nadenken over de toekomst van de sector en het belang van generieke promotie van bloemen en planten. Door promotie kunnen bloemen en planten een belangrijke categorie blijven en voorgaan voor andere concurrerende producten. Met promotie kun je bloemen en planten onder de aandacht brengen van de consument. Dit doe je door te investeren, niet door te bezuinigen.”

Om tafel

Van der Lubbe wil zo snel mogelijk met Royal Flora Holland en de platformen om de tafel gaan zitten om over de waarde van generieke promotie te praten. Het is aan ons om te laten zien dat generieke sectorpromotie voor de lange termijn voor de sector van belang is. „In andere sectoren wordt 10% van de omzet besteed aan marketing en communicatie. In onze sector is dat 0,2%. Dat is peanuts. Als je voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten dan zit je er nooit lang. Als je wilt dat onze sector op de lange termijn serieus genomen wordt dan moet promotie en communicatie daar een onderdeel van zijn.”

Ten slotte geeft hij aan dat er al langer een discussie over de betaling van het geld voor generieke promotie speelt. Jaarlijks moet de alv van Royal FloraHoland goedkeuring geven aan de tarieven voor BBH. Bovendien was er soms discussie over de toegevoegde waarde van BBH. Dit leidde tot een nieuwe koers van BBH. De situatie is nu echter wel nijpender voor BBH, omdat RFH met de Ledenraad de discussie gaat voeren of de veiling nog langer het geld voor BBH moet innen. Hierdoor loopt de promotionele bijdrage voor generieke sector promotie van BBH gevaar.

 

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties