De kracht van de Nederlandse kassenbouw ligt in turnkey-plus oplossingen, zegt Robert van der Lans, directeur van kassenbouwbedrijf Horti XS in Westland. Met zijn jonge onderneming is de oud-gerberakweker vooral actief in landen als Rusland, China en India.
Hoe is de concurrentie met buitenlandse kassenbouwers?
„Ik weet zeker dat je in China best een redelijke kwaliteit kunt kopen voor weinig geld. Maar het totaalpakket, met alle facetten en management, doet investeerders terugdeinzen om met Turkse of Chinese aanbieders in zee te gaan. Zij hebben niet die kennis over zo’n breed terrein. Iedereen weet dat je in Nederland moet zijn voor de beste hightech kas en begeleiding. We hebben een enorm sterke Holland branding met toeleveranciers die samenwerken. Dat is een ecosysteem dat niet te kopiëren valt.”
Hoe kan Nederland die positie behouden?
„Onze kracht ligt in turnkey oplossingen. Beter gezegd, in turnkey-plus, met extra services die de kwekerij succesvol maken, zoals teeltbegeleiding, training en software. Bij het managen van grote complexen kan autonoom telen een rol gaan spelen. Er zijn verschillende tuinbouwautomatiseerders die dat al aanbieden.”
Heb je autonoom telen al in de praktijk toegepast?
„Ik heb daar met een klant in Rusland over gepraat. ’Ga er vast mee spelen, mee oefenen’, zei ik. Maar hij durft daar nog niet op te vertrouwen. Want wat als het mis gaat, zoals bij de nieuwe Boeing 737 Max, die neerstortte door fouten in de software? Hij is er huiverig voor.”
Welke lessen heeft Robert van der Lans geleerd op Nyenrode Universiteit? En zijn buitenlandse klanten geïnteresseerd in duurzaamheid? Lees het in Bloemisterij 48 of direct in het digitale magazine (alleen voor digitale abonnees).
