Het is nog geenszins zeker dat de potworm in orchidee, Lyprauta, meekomt met het barksubstraat. Onderzoek op initiatief van Horticoop heeft de relatie niet aangetoond.
Op basis van een onderzoeksprotocol, samengesteld door Horticoop en kwekers, hebben onderzoekers van Wageningen UR (WUR) en veredelingsbedrijf Anthura onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van Lyprauta in substraat.
Er zijn drie soorten monsters onderzocht: behandelde ruwe bark (gestoomd aan de bron), onbehandelde ruwe bark en leverbaar substraat.
In geen enkele van de aangeboden proefmonsters werden Lyprauta muggen aangetoond. Om de betrouwbaarheid van de uitslag te vergroten zullen de onderzoeken worden herhaald in een periode dat de Lyprautadruk op kwekerijen groter is.
Besmetting
Ten tweede zijn de risico’s van besmetting in de keten in kaart gebracht en is per schakel een inschatting gemaakt van het risico dat er besmetting met de Lyprauta kan optreden. Uit deze inschatting komt naar voren dat met name tijdens de opslag van bark bij de klant en tijdens de teelt zelf het risico groot is.
Ten slotte is onderzoek verricht naar ontsmettingsmethoden voor barksubstraat. Er is gekeken naar een aantal methoden, waaronder UV-licht, bevriezen en verhitten, via stomen of radiogolven. Op dit moment lijkt stomen bij de bron de beste ontsmettingsoptie.
Veel te doen
De laatste tijd is in de orchideeënteelt veel te doen rond de Lyprauta, ook wel potworm genoemd. De larven van deze mug brengen schade toe aan de jonge wortels van potorchideeën. De planten zouden daardoor minder takken produceren en de teeltduur wordt langer.
Het zijn de veranderde teeltomstandigheden, in combinatie met het wegvallen van bepaalde bestrijdingsmiddelen, die ervoor zorgen dat de potworm de laatste jaren steeds meer problemen veroorzaakt.