De kwaliteit van het management bij het Nederlandse bedrijfsleven kan beter. Vergeleken met de best presterende landen, kent Nederland veel bedrijven die vooral op het gebied van personeelsmanagement en het stellen van financiële doelen achterblijven of gemiddeld presteren. Dat concluderen economen van Rabobank die samen met onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen een grootschalige studie deden, waarbij zij managementpraktijken bij Nederlandse industriebedrijven voor het eerst vergeleken met die in andere landen.
Nederland staat op de zesde plaats van de wereldranglijst van goede managementpraktijken. Toplanden zijn de Verenigde Staten, Duitsland en Zweden. „Uit onze berekeningen blijkt dat als het gemiddelde Nederlandse industriebedrijf zijn management- en organisatiekwaliteit verhoogt naar Duits of Zweeds niveau, de productiviteit met 4% stijgt en de winstgevendheid met maar liefst 7% per werknemer”, aldus directeur Barbara Baarsma van RaboResearch.
De productiviteit van Nederlandse bedrijven hangt volgens Rabobank samen met de kwaliteit van hun managementpraktijken. Daarbij zijn volgens de onderzoekers vier factoren van belang: efficiënte organisatie, heldere doelstellingen, systematisch data verzamelen en goed personeelsmanagement. Vooral op het gebied van efficiëntie scoort Nederland erg goed. „Ons land is zelfs koploper op dat gebied”, aldus Baarsma. Ook in het op systematische wijze data verzamelen, analyseren en gebruiken om te verbeteren komen Nederlandse bedrijven goed mee.
Verbeterpunten
Verbeterpunten liggen volgens Baarsma vooral op het vlak van het stellen van heldere, ook niet-financiële doelen voor de langere termijn die gekoppeld worden aan ambitieuze maar haalbare financiële doelen op de korte termijn. Ook op het terrein van personeelsmanagement scoren Nederlandse bedrijven minder goed dan de toplanden. „Dat terwijl goed management veel aandacht heeft voor het personeel: goed presterende medewerkers worden beloond en medewerkers die elders beter op hun plek zijn, krijgen daar ook daadwerkelijk de kans en prikkel toe.”
