FloraHolland gaat aan consumentenpromotie doen, vertelt haar nieuwe strategie. Samen met VGB. Na de ondergang van het PT liep samenwerking op gebied van promotie tussen veiling en VGB eind 2012 nog stuk. Veiling en handel werden het niet eens over de heffingssystematiek voor de bijdrage van de handel aan BBH. Zo ging er €6 miljoen voor promotie verloren. Deze week werd duidelijk dat het gedoe rond die systematiek allemaal ‘bullshit’ was.
Jarenlang droegen onder meer aanvoerders van FloraHolland en handelaren van bloemen en planten bij aan Bloemenbureau Holland (BBH). Via een verplichte PT-heffing. Die heffing betaalden tuinders en handelaren via hun veilingprovisie aan FloraHolland. De veiling sluisde het door aan het PT die op haar beurt geld aan BBH gaf om generieke promotie te doen.
De val van het Productschap Tuinbouw betekende onder meer het einde van de verplichte heffing voor promotie en onderzoek. Nu wist FloraHolland daar wel raad mee. In ieder geval wat de heffing voor promotie van tuinders betrof. In een algemene ledenvergadering werd voorgesteld om de aanvoerders van FloraHolland 0,2% over de omzet die ze via de veiling realiseren te laten betalen. Leden stemden in. Het bedrag wordt ingehouden door de veiling en aan BBH gegeven. Jaarlijks gaat dit om ongeveer €8,5 miljoen.
Voor de handel lag dit anders. Voor handelaren gold jarenlang een gestaffelde heffing. FloraHolland gaf aan dat ze niet langer een gestaffelde heffing kon hanteren. Dat zou juridisch niet mogelijk zijn, klonk het vagelijk. Bovendien zou het niet eerlijk zijn tegenover de aanvoerders. Gelijke monniken gelijke kappen, heette het. Handelaren zouden voortaan net als de veilingaanvoerders allemaal eenzelfde percentage moeten gaan betalen, de zogenoemde flatrate.
Niet mogelijk
De handel kreeg ergens in de zomer van 2012 te horen dat een gestaffelde heffing niet mogelijk was. Rijkelijk laat aangezien het per 1 januari geregeld moest zijn en FloraHolland al lange tijd wist dat de situatie ging veranderen. In september van dat jaar gaf VGB aan dat ze die flatrate onder bepaalde voorwaarden accepteerde voor een jaar. In december echter kwam ze daarop terug toen bleek dat aan die bepaalde voorwaarden niet voldaan kon worden.
Er kwam geen geld van de handel dus. De handel wilde graag betalen, maar er kon geen geschikte heffingssystematiek gevonden worden, zo luidde het treurige verhaal. Dag €6 miljoen voor consumentenpromotie van bloemen en planten! Het betekende voor BBH dat ze een vierde reorganisatie moest doorvoeren en dat ze gedecimeerd werd tot een heel klein clubje dat haar werk deed in een heel groot nieuw ingericht kantoor – waarvan ze de helft rap terug gaf aan de verhuurder – in het Horti Business Centre in Honselersdijk. Met een sterk gekrompen budget. €8,5 miljoen plus nog wat geld uit Brussel.
Ik maakte destijds voor het Vakblad voor de Bloemisterij een reconstructie van dat gesteggel rond die systematiek. Waar ging het mis? Een conclusie was dat het nogal erg vaag was op welke juridische gronden FloraHolland geen gestaffelde heffing mocht hanteren voor de bijdrage van de handel.
Volgens externe juridische adviseurs van VGB was er helemaal geen juridische belemmering.
FloraHolland wilde bovendien bij de inning geen onderscheid maken tussen leden/ aanvoerders en handelaren. „Een flatrate is eerlijker voor generieke consumentenpromotie in een collectieve sector waar iedere euro aan promotie een gelijke toegevoegde waarde levert aan elke euro omzet”, verklaarde de veiling.
Niet veel haast
Een andere conclusie was dat VGB niet heel veel haast had gehad om de bijdragen van de handel aan BBH te regelen. Terwijl ze al langere tijd het vermoeden had dat Floraholland BBH voor zichzelf wilde hebben. Al in 2009 speelde veilingdirecteur Timo Huges in de media namelijk met de gedachte om de activiteiten van Bloemenbureau Holland (BBH) dichter bij of zelfs binnen de veilingorganisatie te halen. Dit met het vooruitzicht dat het Productschap Tuinbouw wel eens zou kunnen ophouden te bestaan. BBH-directeur Ivo Brautigam en de handel reageerden hier fel op. De handel wist dus dat ze moesten opletten als het PT zou verdwijnen.
Op een vraag vond ik in de reconstructie geen antwoord. Op welke juridische gronden kon er geen gestaffelde heffing ingevoerd worden? Ik kon alleen maar gissen. FloraHolland kwam uiteindelijk na lang aandringen wel met een antwoord op de waaromvraag, maar het bleef stil toen ik vroeg naar de juridische grondslag. De veilingreglementen? De statuten? Een of ander wetboek?
Laatste puzzelstukje
Deze week kwam er alsnog een helder antwoord.
Ik kreeg mijn laatste – smoezelige – puzzelstukje voor de reconstructie.
FloraHolland maakte bekend dat de promotieheffing die FloraHolland aan haar klanten gaat berekenen is gebaseerd op de regeling zoals deze in 2012 door het Productschap Tuinbouw voor het laatst werd uitgevoerd. De tarieven zijn weliswaar aangepast aan de nieuwe situatie, maar er gaat wel degelijk gestaffeld worden.
Het kan dus wel degelijk: staffelen.
Het argument van Floraholland dat staffelen juridisch niet mogelijk is blijkt, zoals een directeur van een groot handelsbedrijf het een jaar terug omschreef, ‘bullshit’ te zijn.
Het was niet een kwestie van niet kunnen, maar van niet willen.
Arie-Frans Middelburg