Het aantal bloemisterijtelers dat PlanetProof, voorheen Milieukeur, gecertificeerd is, is altijd op een, hooguit twee handen te tellen geweest. De teller staat nu op twee: een tulpenbroeier en een kalanchoëkweker. Nieuw is dat in 2018 de eerste snijbloementeler het keurmerk heeft behaald. Voorheen zagen alleen potplantenkwekers daar kans toe. Of beter gezegd werden door hun afnemers daartoe aangezet. Als ze zich met het keurmerk hadden willen onderscheiden ten opzichte van MPS dan had de teller nu wel hoger gestaan.
Milieukeur heeft de duurzaamheidslat immers altijd hoger gelegd dan MPS. In ieder geval gevat in een keurmerk; met MPS kan een teler er voor kiezen via meerdere modules te bepalen in welke mate hij of zij duurzaamheid wil uitstralen. Vandaar dat PlanetProof nu alleen nog maar is gefocust op milieu en meer op de praktijk afgestemde eisen kent. In 2017 is al gekozen voor een meer aansprekende naam.
Maakt de nieuwe koers van PlanetProof het keurmerk nu minder ambitieus? SMK, de organisatie achter het keurmerk, communiceert van niet. Onder meer met de bevindingen van een quickscan door het CLM. Ook al lees je daarin tussen de regels door dat er toch enige valkuilen zijn.
De enige deelnemende kalanchoëkweker is duidelijk; hij vindt dat de lat minder hoog is komen te liggen. De enige deelnemende tulpenbroeier is hier ook bang voor als ze betreffende het middelengebruik meer water bij de wijn gaan doen.
Om PlanetProof in de sierteelt een kans van slagen te geven, is de gekozen strategie begrijpelijk en noodzakelijk. Nu maar afwachten of het keurmerk net zo’n opmars gaat maken als in de AGF-branche. Het is wel nu of nooit.