Precies een jaar geleden schreef ik in deze zelfde kolom dat ik ervan overtuigd ben dat Kom in de Kas in 2027 haar 50-jarig jubileum viert. Omdat het merendeel van de telers die ik spreek vindt dat dit jaarlijkse promotie-event van de glastuinbouw moet worden gekoesterd. Zat ik er naast door destijds te schrijven dat de basisformule staat als een huis?
Als ik afgelopen week Aad van der Wilt, landelijk voorzitter van Kom in de Kas, moet geloven, staat het evenement wel degelijk op de tocht. Het houdt een keer op als iedere keer de reserves moeten worden aangesproken. Geen enkel bedrijf kan dat opbrengen, laat staan een evenement dat het vooral moet hebben van de inzet en creativiteit van honderden vrijwilligers. Als het blijft neerkomen op aanspreken van reserves dan schat Van der Wilt in dat het neerzetten van een goed evenement nog twee jaar is vol te houden.
Het kromme is, is dat Kom in de Kas op voldoende draagvlak kan rekenen, maar als het om bijdragen gaat is er in de loop der jaren alleen maar op het budget beknibbeld. Dit jaar is €225.000 beschikbaar, een ton minder toen Van der Wilt vijf jaar geleden begon als voorzitter. En bijna de helft in de hoogtijdagen toen het Productschap Tuinbouw het geld voor het evenement inde.
Het is aan de sector om de schouders eronder te zetten voor een hoger budget. Wellicht door de bijdrage vanuit de sector anders te organiseren dan via Royal FloraHolland. Want €225.000 mag dan klinken als een aardig budget, het is slechts €16 per ha per ondernemer volgens berekeningen van de landelijke organisatie.
Ik blijf bij mijn standpunt dat Kom in de Kas in 2027 weer op het programma staat. En als glastuinders slim zijn niet in een verder afgeslankte versie. Daarvoor is het evenement te uniek.
