Er komt een breed onderzoek naar alternatieven voor methylbromide voor het begassen van tuinbouwproducten waaronder chrysanten. Sinds deze stof in 2008 in de EU is verboden, is er behoefte aan duurzame, snelle en effectieve ontsmettingstechnieken. De aanwezigheid van een quarantaine-organisme in bloemen, fruit of groente leidt immers tot aanzienlijke economische schade voor im- en exportbedrijven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een publiek-privaat samenwerkingsproject (PPS) met de naam Phytotec.
Een van de ontsmettingstechnieken die verder zal worden ontwikkeld is de zogeheten CATT-methode (Controlled Atmosphere Temperature Treatment). Deze techniek is voor het afdoden van insecten, mijten en enkele nematoden even effectief als methylbromide en niet veel duurder. CATT gaat uit van blootstelling aan verhoogde temperaturen, meestal rond 40°C, gedurende een tot twee dagen. Tevens gelden in de behandelruimte afwijkende gehaltes voor koolstofdioxide (CO2), stikstof (N2) en zuurstof(O2). De combinaties zorgen ervoor dat ongedierte de behandeling niet overleeft en het gewas wel.
CATT wordt al jaren toegepast in de aardbeiproductieketen ter bestrijding van de aardbeimijt. Uit eerder onderzoek is gebleken dat CATT ook potentie heeft om Californische trips effectief af te doden terwijl het product zijn kwaliteit behoudt. Voor een bredere toepassing in de praktijk is het echter nodig om de methode verder te ontwikkelen. Voor verse producten kost de huidige toepassing te veel tijd en hij is niet goed in te passen in de handelsketen.
Internationale acceptatie
Phytotec gaat alternatieve ontsmettingstechnieken en hun toepassing toetsen voor chrysant, appel en peer, tomaat, paprika en bloembollen. Hun effectiviteit tegen plagen als trips, tomaten-mineermot, witte vlieg, tulpgalmijten, fruitmot en Afrikaanse fruitmot wordt daarbij onderzocht. Behalve duurzaam en effectief moeten de nieuwe ontsmettingstechnieken snel en tegen lage kosten toegelaten kunnen worden en ze moeten geaccepteerd worden door de internationale handelsketens. Al deze elementen worden in het Phytotec-project meegenomen.
In Phytotec werkt Wageningen UR samen met diverse tuinbouwkoepelorganisaties, NVWA en de Technische Universiteit Delft. Het onderzoek loopt tot eind 2019.