‘Hallo, ik koop eigenlijk jaarrond jullie matricaria omdat de kwaliteit altijd kloppend is. Nu beginnen er van alle kanten wat reclamaties te komen. Jullie enig idee? Ik hoor graag.’
Dit bericht stond op de mail de eerste week dat ik weer aan het werk was. Net terug van een heerlijke vakantie met z’n tweetjes. Via Polleur in België naar de Moezel en vandaar richting Biggesee en een camping onder Keulen. Onderweg in Duitsland kwamen we allerlei plaatsnamen tegen die ik herkende van vroeger: Siegen, Wiesbaden, Koblenz en Gießen. Het was het gebied waar een broer van mij als lijnrijder zijn klanten had zitten. Ik ging weleens met hem mee in de zomervakantie. Wat een avontuur! Eerst ’s morgens heel vroeg naar de veiling in Naaldwijk om in te kopen, daarna inpakken en rond de middag de weg op richting Frankfurt.
Het waren de tijden dat inkopers ook verkopers waren. Niks geen webshop of Blueroots. Hoogstens een (vaste!) telefoon op de tribune waarmee gebeld kon worden met collega-inkopers (‘Ken jij voor mij in Aalsmeer nog wat Baccara’s kopen?’) of klanten in Duitsland (‘Dreihundert Spiders? Mann, was ist los?’) Of het beter was dan nu? Ik geloof er niks van, maar het zijn goede jeugdherinneringen.
Op de camping aan de Biggesee krijgen we van onze Nederlandse buurman te horen dat er net een bloemenhandelaar is vertrokken. Nee, hij was niet aan het werk maar op vakantie. Ga je toch zitten fantaseren of die man ook lijnrijder is en deze zomer wellicht zijn gezin heeft meegenomen om te laten zien waar hij elke week naar toe rijdt. Ik zal het nooit weten.
Maar om op dat mailtje terug te komen: Je schrikt toch wel. Er zaten ook foto’s bij. Geloof me, als je bloemen er zo uitzien op de plaats van bestemming, dan ben je niet blij. Helemaal in China. Die wissel je ook niet even om. Eén ding wisten we wel: Zo waren ze bij ons niet van de tuin gegaan. Hopelijk was er bij het transport iets fout gegaan. Gelukkig waren de klachten eenmalig.
Bloemen naar China. Lucas Vos moest eens weten…
Kees van Egmond