Op 5 december hebben sociale partners voorstellen ingediend en beargumenteerd voor de nieuwe cao Glastuinbouw. Werkgeversorganisaties zien dit als een normale start van de onderhandelingen. FNV Agrarisch Groen ziet dat iets anders; zij gaat niet onderhandelen als er geen beter totaalbod van werkgeversorganisaties komt. Een nieuw loonbod van werkgeverszijde brengt daarin geen verandering.
Van de gelegenheid maakte FNV Agrarisch Groen wel gebruik om een petitie aan te bieden. „Met de petitie laten de leden zien dat ze een fatsoenlijke cao willen, zonder verslechteringen en met een goede loonontwikkeling”, zegt Sander Martins, FNV-bestuurder. En dus niet de inzet van de werkgevers die volgens hem neerkomen op 0% loonsverhonging en twaalf verslechteringen. De FNV zet voor de cao van 2020 echter in op 5% loonsverhoging, het mogelijk maken van vroegpensioen voor zware beroepen en de toepassing van één fatsoenlijk loongebouw.
Een beter loonbod van de werkgevers is volgens de FNV-bestuurder ook nog te weinig om 13 januari 2020 alsnog aan te sluiten. De voorstellen die onder meer door werkgevers zijn gedaan om gevolgen van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) te verlichten ziet FNV als verslechteringen. Volgens Martins denkt CNV Vakmensen er eveneens zo over.
Totaalbod
Op verzoek van FNV Agrarisch Groen zijn werkgeversorganisaties direct met een totaalbod gekomen. Iets dat Ilse Lensink, eerste onderhandelaar namens de werkgevers, in haar 15 jaar als onderhandelaar nog nooit heeft meegemaakt. Ze erkent dat de start van de cao-onderhandelingen verre van soepel verloopt, maar de werkgeversorganisaties staan er nog steeds positief in. Zij hoopt ook nog steeds op constructieve samenwerking met zowel CNV Vakmensen als FNV Agrarisch Groen.
Wab frustreert
Lensink snapt het harde standpunt van de FNV ook niet echt: „Het moet voor FNV geen verrassing zijn dat werkgevers in onze sector flexibiliteit nodig hebben en dus de geringe ruimte die de Wab biedt om er van af te wijken in een cao als noodzakelijk zien. Zoals een oproeptermijn van oproepkrachten van 24 uur in plaats van 4 dagen, niet niet-gewerkte uren oproepkracht uitbetalen en na een jaar de oproepkracht niet verplicht een contract aanbieden van de gewerkte uren van het voorgaande jaar. Onze sector kent nu eenmaal pieken en dalen in het werk.”
Ook kan ze zich niet voorstellen dat de FNV verwacht dat de forse kostenstijging door de Wab gepaard kan gaan met de loonstijging van 5% die op hun wensenlijst staat. „De onderhandelaars van de vakbonden kennen de sector goed genoeg om te weten dat de impact van de Wab voor onze sector enorm is. Ik kan me wel voorstellen dat het frustreert dat een wet die niet van de cao-tafel afkomt zo’n invloed heeft op de onderhandelingen. Maar dat geldt ook voor werkgevers.”
