De neonicotinoïden imidacloprid, clothianidine en thiamethoxam mogen alleen nog in kassen worden gebruikt als het aan de Europese Commissie ligt. Zaaizaadbehandelingen behoren dan ook tot het verleden. Staatssecretaris Van Dam steunt deze voorstellen.
Hij ligt daarmee bevindingen van het Ctgb naast zich neer. Het college vindt dat de EFSA bij de herbeoordeling onvoldoende rekening heeft gehouden met de verbeterde coating- en zaaitechnieken zoals die in Nederland worden toegepast. In zijn Kamerbrief naar de Tweede Kamer zegt de staatssecretaris wel toe dat hij bij de Europese Commissie zal aandringen om bij de besluitvorming rekening te houden met de hoogwaardige coating- en zaaitechnieken die in Nederland worden toegepast.
Verder wijst het Ctgb op het gebruik van een toetsingskader dat nog onderwerp van discussie is en dat de alternatieven voor de neonicotinoïden niet per se een lager risicoprofiel hebben.
Volgens de NVWA is voor onder meer aardappelen, suikerbieten en bloembollen de landbouwkundige impact van de voorgestelde beperkingen op het gebruik van neonicotinoïden groot te noemen. De verwachting is dat in deze gewassen plagen niet meer afdoende beheerst kunnen worden of dat resistentie ontstaat tegen alternatieve middelen. Ook dit punt belooft Van Dam aan te kaarten bij de Europese Commissie meer inzicht in de risicoanalyses van alternatieve middelen en een vastgesteld richtsnoer voor eisen aan studies over de risico’s voor bijen.
LTO Nederland is teleurgesteld in de opstelling van de staatssecretaris. Bestuurder Joris Baecke snapt niet dat Van Dam het oordeel van het Ctgb en de NVWA: „De staatssecreatris volgt de algemene Europese benadering van de EFSA en heeft geen oog voor de specifieke situatie in Nederland zoals het Ctgb en de NVWA die wel beschouwen.”