Deze week was ik drie dagen in en rond Porto Alegre, een stad met 1,6 miljoen inwoners in het zuiden van Brazilië in de staat Rio Grande do Sul. Ik was daar eerder op klantenbezoek geweest in november 2012 toen ik net in Brazilië was begonnen en vorig jaar heb ik de stad even bezocht voor de wedstrijd Nederland-Australië tijdens het WK voetbal. Maar nu ik het land beter begin te kennen en de taal beter spreek krijg ik de kans om wat meer van de cultuur te begrijpen en met klanten te spreken over hun zaken.
En een aparte cultuur is het daar in het zuiden! De mensen noemen zich Gaúcho. Gaúcho is in Argentinië, Paraguay, Uruguay en in het zuidelijk deel van Brazilië de benaming van voornamelijk nakomelingen van Spanjaarden en Indianen, die zich op de pampas bezighouden met veehoeden. De beeldvorming rond deze gaucho’s is net zo geromantiseerd als dat van de Noord-Amerikaanse cowboys.
Deze staat Rio Grande do Sul heeft zich ooit eens af willen scheiden van Brazilië en nog steeds wordt er een eigen vlag en volkslied in ere gehouden. Tijdens sportwedstrijden waar het volkslied van Brazilië wordt gezongen schijnen de mensen op de tribune zelfs het eigen volkslied van Rio Grande do Sul hier doorheen te zingen.
Er wonen veel mensen van Duitse komaf, hoewel dat aan het straatbeeld nauwelijks meer te zien is. Wel kun je zien dat de mensen meer werk maken van hun tuinen en de populairste planten zijn de geranium en de sunpatiens. Veel mensen spreken het Duits nog goed en aan mij werd al snel de vraag gesteld of ik wist wat het langste woord was dat hier in de regio werd gebruikt: dat is het woord ‘nein-nein-nein-nein-nein-nein-nein’ dat hoofdschuddend wordt uitgesproken.
We bezochten groothandelaren, tuincentra, bloemenwinkels, de groothandelsmarkt van de stad, producenten en supermarkten. Regionaal worden er snijbloemen geteeld, perkgoed en boomkwekerijproducten voor de hoveniers. Geen snijrozen vanwege de regentijd en hoge luchtvochtigheid, maar wel lisianthus, gypsophila, leeuwenbek, gerbera, solidago en ik zag er zelfs geurende narcissen.
Als perkgoed zoals gezegd de geraniums, maar ook veel afrikaantjes, violen en een breed assortiment perkgoed als hangplant. Ook de kalanchoë is als tuinplant goed ingeburgerd. Perkgoed wordt nog veel in plastic zakjes en houten kistjes verhandeld.
De handel is nog erg traditioneel. De groothandel heeft lijnen en de lijnrijders vertrekken voor hun rit met een volle wagen waar nog geen product van verkocht is. Tijdens de lijn wordt de vrachtwagen aan zo’n veertig klanten leegverkocht.
De sierteeltsector heeft zich in deze streek georganiseerd in een brede organisatie ‘Aflora’ waar zowel producenten, tuincentra, groothandel alsook het onderzoek lid van mogen zijn. Ik heb niet echt de missie en visie van deze organisatie kunnen ontdekken, anders dan dat men het belangrijk vindt door te gaan met de organisatie om gezamenlijk over de kansen en ontwikkelingen te kunnen praten.
Onderling wordt er tussen bedrijven nauwelijks samengewerkt. Tijdens hun jaarlijkse vergadering mocht ik namens Veiling Holambra een presentatie geven over ‘Digitaal zakendoen met gebruik van internet’.
We lieten ontwikkelingen zien zoals voorverkoopveilen, verkoop via webshops, het belang van uniforme codes en berichten, de nieuwste ontwikkelingen van het gebruik van apps om orders te bevestigen, tracking en tracing en om het volledige assortiment in een digitale catalogus up-to-date te hebben.
De zaal was zeer geïnteresseerd. Internet wordt volop gebruikt om via What’s App foto’s en prijzen van producten door te geven om hiermee in- en verkoop te vergemakkelijken. Zo kom je er achter dat internet ook in deze regio’s volop wordt gebruikt voor het vergemakkelijken van de handel! De basis is er!
André van Kruijssen