Twee derde van de Nederlanders vindt dat er te veel migranten uit Oost-Europa naar Nederland komen. Vooral over Roemenen en Bulgaren wordt negatief gedacht, blijkt uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Nederlanders maken zich zorgen over criminaliteit, overlast en verdringing op de arbeidsmarkt. Van de ondervraagden vindt 58% dat Oost-Europeanen misbruik maken van uitkeringen. 47% denkt dat ze banen afpakken van Nederlanders. Ook vindt bijna de helft dat Oost-Europeanen overlast op straat veroorzaken en vaak in de criminaliteit zitten.
Harde werkers
Laagopgeleide Nederlanders staan aanzienlijk negatiever tegenover Oost-Europeanen dan hoogopgeleide Nederlanders. Wel vinden beide groepen even vaak dat arbeidsmigranten worden uitgebuit.
Slechts 10% van de Nederlanders ziet vooral voordelen aan de komst van Oost-Europeanen. 62% ziet vooral nadelen.
De helft van de ondervraagde Nederlanders noemt Oost-Europeanen harde werkers. Vooral Polen worden als harde werkers gezien.
Negatieve gevoelens
Over Roemenen en Bulgaren wordt aanzienlijker negatiever gedacht dan over Polen. Op een schaal van 0 (zeer negatieve gevoelens) tot 100 (zeer positieve gevoelens) scoren Polen 44, en Roemenen en Bulgaren 32. De Bulgaren scoren daarmee nog lager dan Marokkanen, die een score van 38 krijgen. Turken scoren 52, autochtone Nederlanders 68.
Per 1 januari kunnen Roemenen en Bulgaren zonder visum in Nederland aan de slag. Onder anderen minister Asscher vindt dat te vroeg.