De deur voor toepassing van de lage ww-premie bij seizoenswerk staat nog steeds open. Op initiatief van VVD en CDA en met brede steun in de Tweede Kamer moet Minister Koolmees (SZW) in gesprek met de land- en tuinbouw over de knelpunten die de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) oplevert voor seizoenswerk.
LTO Nederland, Glastuinbouw Nederland en de aangesloten vaktechnische organisaties zijn blij met deze duidelijke boodschap van de Tweede Kamer. Samen met andere ondernemersorganisaties is in de campagne ’Zo werkt het niet!’ benadrukt dat werkgevers niet moeten opdraaien voor beprijzing van seizoenswerk. „Tijdelijk werk, zoals seizoenswerk, het opvangen van pieken door scholieren of vervanging bij ziekte, laat zich niet vastspijkeren in een vast dienstverband. Daar is de politiek nu ook van doordrongen”, zegt LTO-voorzitter Marc Calon.
Beter laat dan nooit
„We hadden graag gezien dat het lage ww-tarief voor seizoenswerk nu direct was geregeld, maar door uitvoeringsproblemen lijkt dat nu niet mogelijk” zegt Calon. Hij vervolgt: „De politiek heeft de zorgen van werkgevers met seizoenarbeid serieus genomen en dankzij brede politieke steun komt er op korte termijn overleg om tot maatwerkoplossingen voor seizoenswerk te komen.”
Sjaak van der Tak, voorzitter Glastuinbouw Nederland, vindt een lage ww-tarief voor seizoenswerk meer dan terecht: „Bij seizoenswerk buiten het seizoen is nu eenmaal geen werk. Wij vinden het daarom ook niet terecht dat in situaties waarin vanwege klimatologische omstandigheden geen jaarrond werk kan worden geboden, toch de hoge premie moet worden betaald. Hier moet een uitzondering voor komen. En daarbij, als we iemand in zo’n situatie dan wel in vaste dienst zouden nemen wat de minister wil, en die wordt ziek in de periode dat er niet wordt gewerkt, dan moeten wij wel het loon betalen. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het feit dat iemand in de periode van niet werken ziek in het buitenland kan zijn. Hoe moet dat worden gecontroleerd?”
7% loonkostenstijging
Een hoog ww-tarief voor seizoenarbeid en de transitievergoeding, maakt de wet voor ondernemers zo duur. Loonkosten kunnen bij sommige werkgevers tot 7% loonkostenstijging zorgen. Daarbij komt nog, dat veel mensen die dit werk verrichten, ook geen vast contract willen. “Seizoenarbeiders komen voor een korte periode naar Nederland om geld te verdienen en willen daarna terug naar het land van herkomst. Het is dus positief dat dit punt nog open staat voor overleg met minister Koolmees, maar het is ook een noodzakelijk punt om over te praten”, aldus Van der Tak.
Wel laag ww-tarief
Ook was er brede steun voor het amendement van de SGP, CU, VVD, FvD en CDA dat mogelijk maakt dat voor jongeren onder 21 jaar, die niet meer dan 12 uur per week werken, de lage ww-premie gaat gelden. Veel jongeren hebben naast hun studie op zaterdag en in de vakanties een bijbaantje; ook in de land- en tuinbouw.
Werkgevers die vaste dienstverbanden aanbieden waarin werknemers op basis van een jaarurenmodel werken, mogen voor deze groep ook de lage ww-premie toekennen.
Scholing
Ook heeft de Tweede Kamer, op basis van moties van VVD-Kamerlid Wiersma en CDA-Kamerlid Heerma, jaarlijks € 12 miljoen beschikbaar gesteld voor scholing en versterking van de leercultuur. Werkgevers in de landbouw, horeca en recreatie krijgen hiervoor een tegemoetkoming in de loonkosten. „Investeren in scholing en ontwikkeling van medewerkers en het bieden van leer-werkplaatsen voor jongeren is belangrijk voor de toekomst van onze sector”, zegt Marc Calon. „Daar zijn we blij mee en denken graag mee over de invulling.”
Ontslag
LTO Nederland vindt het verder positief dat met de Wet Arbeidsmarkt in Balans een nieuwe ontslagrond wordt geïntroduceerd. Met deze cumulatiegrond kunnen meerdere redenen voor ontslag worden gecombineerd. Ook wordt de keten van tijdelijke contracten weer verruimd van 24 naar 36 maanden. De Wet Arbeidsmarkt in Balans gaat in per 1 januari 2020 nadat de Eerste Kamer ook heeft ingestemd met dit wetsvoorstel.