Vervangers van kunstmest uit dierlijke mest moeten een ontheffing van de Europese Nitraatrichtlijn krijgen. Dat vindt minister Staghouwer van LNV. De bewindsman deelde deze visie onlangs zowel in de Tweede Kamer als in de Europese Raad van landbouwministers.
De grootste leverancier van kunstmest aan de EU is Rusland, maar door de oorlog in Oekraïne en bijbehorende sancties is deze positie sterk onder druk komen te staan. „De invasie van Oekraïne heeft duidelijk laten zien hoe sterk afhankelijk de Europese agrarische sector is van gas en materialen en kunstmest uit landen buiten de EU, en met name Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne”, aldus de minister in zijn inbreng in de Europese Raad.
Investeren mogelijk maken
Staghouwer benadrukt verder dat de prijzen voor kunstmest in de maanden voor de oorlog al sterk aan het stijgen waren. Daarom pleit hij ervoor dat het wordt toegestaan om vervangers op basis van dierlijk mest te gebruiken. Daarvoor is een ontheffing van de Europese Nitraatrichtlijn nodig, en Staghouwer heeft deze aangevraagd voor een periode van acht jaar. De reden dat deze periode zolang is, is volgens de minister om bedrijven mogelijk te maken te investeren in de vervangers, zonder dat deze al te snel weer verboden dreigen te worden.
Blijvende oplossing
Zo lang de ontheffing duurt, wil Staghouwer dat er naar structurele oplossingen wordt gezocht voor dit probleem. Als het aan de minister ligt, wordt de ontheffing die hij heeft aangevraagd permanent opgenomen in de Europese Nitraatrichtlijn. Daarmee zouden kunstmestvervangers op basis van dierlijke mest blijvend toegestaan zijn.