In Duindorp en Scheveningen is het traditie met oud en nieuw. Aan de kust gaan twee flatgebouwen van vele tienduizenden houtpallets in vlammen op. En elk jaar worden de brandstapels hoger. Een wedstrijd om de hoogste CO2-footprint, zeg maar.
In Duindorp en Scheveningen is het traditie met oud en nieuw. Aan de kust gaan twee flatgebouwen van vele tienduizenden houtpallets in vlammen op. Elk jaar is het een strijd tussen de twee stadsdelen wie het grootste vuur bouwt. En elk jaar worden de brandstapels hoger. Een wedstrijd om de hoogste CO2-footprint, zeg maar. Want daar gaan toch aardig wat MWh aan energie de lucht in. De gemeente staat er bij en kijkt er naar, terwijl zware rookwolken over de stad trekken.
Dit soort taferelen verbaast me altijd. Zeker als je ziet hoeveel moeite ondernemers soms moeten doen om een milieuvergunning rond te krijgen, bijvoorbeeld voor een windmolen of een installatie op biomassa. En dan lopen ze nog eens het risico dat de normen worden aangescherpt. Of dat ze aan allerlei pietluttige regeltjes moeten voldoen.
Je ziet het vaker. Het is hetzelfde verhaal als van de verplichte waterzuivering van gewasbeschermingsmiddelen, terwijl medicijnen zo het riool in mogen. Of van de rioolwaterzuiveringsinstallaties die forse hoeveelheden NOx in de lucht uitstoten, terwijl WKK aan strenge regels moet voldoen. En uit cijfers van het CBS blijkt dat de hinder door particuliere openhaarden en allesbranders – waar helemaal geen normen voor bestaan – groter is dan van industrie en verkeer. Vul het lijstje zelf maar aan. Telkens blijkt dat burgers en overheid milieuvervuiling opeens niet meer zo belangrijk vinden als ze zelf de oorzaak zijn.
’De samenleving accepteert geen milieuonvriendelijke productie meer’, hoor ik wel eens.’Of: je mag niet naar anderen wijzen, maar je moet eerst je eigen zaakjes op orde hebben.’ Dat zal best zo zijn. Maar dat is wel iets wat twee kanten op werkt.
Joef Sleegers, Vakredacteur Vakblad voor de Bloemisterij
Wat vind jij? Geef het hier door in de Bloemisterij-poll.