De discussie over eurobonds is de afgelopen dagen flink opgelaaid. Dat gebeurde tijdens de Griekse schuldencrisis ook al. En in de toekomst vast weer. Net zolang tot er een oplossing komt voor de scheve verhoudingen binnen Europa. Ondertussen is de euro weer eens de dupe.
We zijn er nog lang niet, maar de toon van het coronanieuws wordt de afgelopen dagen wat optimistischer. Daar heeft de aandelenmarkt al een flink voorschot op genomen. Toonaangevende beursindices zijn in minder dan drie weken met ruim 20% opgeveerd. Op de valutawereld gaat de aandacht vooral uit naar wie straks de rekening betaalt van de economische schade. De Europese ministers van Financiën voeren in dit kader een heel verhitte discussie over eurobonds. Zuid-Europese landen die het zwaarst getroffen zijn door de corona-uitbraak, zien in gemeenschappelijke Europese obligaties een goede manier om alle steunmaatregelen te financieren. Noord-Europese landen – met Nederland voorop – verzetten zich daartegen.
Steeds weer brand in Zuid-Europa
“Als je huis in brand staat wil ik graag helpen met blussen, maar ik wil niet je hypotheek overnemen”, vatte cabaretier Arjen Lubach het Nederlandse sentiment samen. Die oneliner is wat kort door de bocht, maar hij legt de vinger wel op een gevoelig punt. Het is namelijk niet de eerste keer dat er brand woedt in Zuid-Europa. Het idee van de eurobonds werd ook al geopperd tijdens de Europese schuldencrisis, eind 2011. Een eurobond is een lening waarbij alle Europese landen gezamenlijk garant staan. Daar kunnen landen van profiteren die zelf tegen minder gunstige voorwaarden nieuwe leningen uit kunnen schrijven, omdat beleggers wat minder vertrouwen hebben om hun vermogen om die leningen ook weer af te lossen. Zoals het Griekenland in 2011. Of Italië nu.
Geld lenen? Geld toe!
De rente over een Italiaanse staatslening met een looptijd van tien jaar, is in iets meer dan een half jaar bijna verdubbeld naar 1,65%. Italië is dus ruim € 1,5 miljard per jaar kwijt als het nu € 100 miljard extra leent om de economie op gang te houden. Ter vergelijking: als Nederland dat doet, krijgt de overheid bij de huidige rentestand bijna € 70 miljoen per jaar geld toe. De oorzaak van dat verschil is dat Nederland het huishoudboekje keurig op orde heeft gebracht. De staatsschuld als percentage van het bbp is de afgelopen zes jaar gedaald van 67% naar minder dan 50%. In Italië is die schuldverhouding juist geleidelijk opgelopen naar 138%.
Lastig dilemma
Nederland staat met andere Noord-Europese landen echter voor een lastig dilemma. Als je het eurobonds weigert, zet je de relatie met Italië en eigenlijk heel Zuid-Europa onder druk. Met de huidige opstelling beroof je die landen van de middelen om de vastgelopen economie weer op gang te brengen. En misschien kan de brand deze keer zonder eurobonds worden geblust, Maar het is een kwestie van tijd voordat het vuur ergens anders weer oplaait. Het gevaar blijft bestaan dat het vuur ooit zo fel wordt, dat de hele Europese Unie uit elkaar valt. Valutahandelaren zijn ondertussen hard bezig om dit soort risico’s in te prijzen. Terwijl de beurskoersen omhoog vlogen, leverde de euro afgelopen weken terrein in ten opzichte van dollar en pond.