Ze stonden weer mooi op de foto de 33 ondertekenaars van het Tuinbouwakkoord. Vertegenwoordigers van het tuinbouwbedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen, provincies. En landbouwminister Carola Schouten; op zo’n foto altijd weer de kers op de taart.
Op zo’n moment vraag ik me af: stel het Productschap Tuinbouw (PT) had nog bestaan, zouden dan op de foto dezelfde mensen staan? Hoogstwaarschijnlijk wel. Is er dan niets veranderd?
Zeker wel. Het Tuinbouwakkoord is het begin van een nieuwe overlegstructuur tuinbouwbreed, terwijl afschaf van het PT het einde daarvan betekende. Bij de ondertekening van het Tuinbouwakkoord zei Jaap Bond, voorzitter Greenports Nederland, terecht dat ondernemers de laatste jaren wel gemerkt hebben dat sinds het verdwijnen van het PT er veel is blijven liggen. Het overleg tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen is enorm versnipperd geraakt.
Kortom, veel kostbare tijd is verloren gegaan. Het kind, het PT dus, is te snel met het badwater weggegooid. De tuinbouwsector was met het PT verder geweest in haar verduurzamingsslag.
En begrijp me goed; critici hadden een punt dat zogenoemde publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties dienden te hervormen. Daar was het PT echter de jaren voordat ze definitief haar deuren sloot op 1 januari 2015 nu juist mee bezig. Kerntaken definiëren, allemaal min of meer terug te lezen in het Tuinbouwakkoord, en daarmee verplichte heffingen tot een minimum beperken. Geld dat nu ook opgehoest moet worden.
Laat ik positief eindigen. In de nieuwe overlegstructuur zijn overheden beter betrokken.