De uitspraak van de Haagse rechtbank over de oplichting door medewerker Mohammed G.M. lijkt positief voor Royal FloraHolland om via de verzekering een groot bedrag van de ontvreemde gelden terug te krijgen. Het is aan de verzekeraar om dat oordeel te vellen, stelt de veiling. Een begrijpelijke voorzichtigheid. De vraag is namelijk of de verzekeraar Royal FloraHolland nalatigheid toedicht. Een uitgebreid artikel hierover staat deze week in het Vakblad. Het artikel vind je hier.
Vorige week deed de Haagse rechter uitspraak in de zaak tegen Mohammed G.M. Hij is de 28-jarige medewerker die op slinkse wijze in negen maanden tijd Royal FloraHolland (RFH) voor miljoenen tilde. De dader moet twee jaar de bak in, kreeg daarbij een jaar voorwaardelijk en moet zich onder meer laten behandelen voor zijn gokverslaving. De rechtbank wees daarnaast de vordering van RFH toe. Mohammed G.M. moet het volledige bedrag dat hij ontvreemdde terugbetalen.
Van Mohammed hoeft RFH niet veel te verwachten als het gaat om schadeloosstelling. Hoe krijgt hij in de rest van zijn leven het geld bijeen? Toch is het voor de veiling gunstig dat de rechtbank meegaat in zijn vordering van de ruim €4,3 miljoen. De rechter oordeelde dat de schuld volledig bij Mohammed ligt en dat eigen schuld van de veiling volledig is uitgesloten, omdat de dader de schade opzettelijk heeft veroorzaakt. „Een matiging van de schadevergoedingsplicht wegens eigen schuld is niet aan de orde”, stelde de rechter in zijn vonnis.
De uitspraak lijkt gunstig voor de veiling om via de verzekering een groot bedrag terug te krijgen. RFH geeft daar geen commentaar op. Het is aan de verzekeraar om dat oordeel te vellen, stelt ze. Die voorzichtigheid is begrijpelijk. De vraag is namelijk of die verzekeraar – in tegenstelling tot de rechtbank – RFH wel enige schuld toedicht.
Een uitgebreid artikel over deze vraag staat deze week in het Vakblad. Het artikel vind je hier.
