„Kwekers hebben belang bij goede certificaten met een (internationaal) erkende grondslag. Het ‘mandje’ van FSI zou een minimumniveau moeten zijn op alle duurzaamheidsaspecten, niet alleen op chemische bestrijdingsmiddelen, zogenoemde agrochemicals. Dus ook klimaat, water en arbeid”, reageert Jean Aerts, portefeuillehouder gewasbescherming LTO Glaskracht Nederland op een artikel dat vrijdag 9 juni in de Bloemisterij verschijnt. „Als we voor minder gaan, is het een gemiste kans.”
14 keurmerken zijn opgenomen in het ’mandje’ van het internationale platform Floriculture Sustainability Initiative (FSI). De sociale keurmerken zijn gebenchmarkt op het Global Social Compliance Programme (GSCP) en de milieukeurmerken op GlobalGap, allebei retailersinitiatieven. Stuk voor stuk voldoen de labels aan nationale en internationale wetgeving. En heel belangrijk voor de FSI-leden de labels hebben het in zich om zich op duurzaamheid te kunnen verbeteren. MPS-ABC en Milieukeur maken er geen onderdeel van uit. Wel MPS-GAP, Global-GAP en Fairtrade.
Huidige tijdsgeest
„Om als teeltbedrijf serieus genomen te worden in de markt zal je in huidige tijdgeest transparant moeten zijn over de bedrijfsvoering. Daar horen geloofwaardige certificaten bij. In die zin is het onbegrijpelijk dat je nog steeds markttoegang hebt tot de klok zonder certificaat. FloraHolland mag best acteren op dat punt”, meent Aerts.
Hij vervolgt: „Kwekers hebben belang bij goede certificaten met een erkende grondslag. Als we dat niet goed aanpakken ontstaat een wildgroei aan keurmerken. Duurzaamheid en eerlijk loon raken alle aspecten van de bedrijfsvoering van kwekerijen en de keten tot aan de consument. FSI poogt met haar platform of mandje een minimum-standaard neer te leggen en dat is een goede zaak”, vervolgt Aerts.
LTO Glaskracht Nederland zit op het standpunt: ’be good and prove it. „Wel oké’ is dan onvoldoende; je zult moeten bewijzen hoe het zit”, aldus Aerts.