Ik scroll door Twitter. ‘Zal ik een knuppel in het hoenderhok gooien? Als we nou eens stoppen met die hele sierbloementeelt. Het is een giftig ruimte- en energieverslindend wegwerpproduct dat ook nog eens de hele wereld over gevlogen wordt. En daarna na 7 dagen dood op tafel staat te stinken.’ Gezellig…
Zo af en toe heb je er mee te handelen. Negatieve kritiek op de sierteelt. Vorig jaar een columnschrijver in een dagblad die de nertsenfokkerij en de sierteelt op een hoop gooide. En nu weer iemand op Twitter. Bij mij ging spontaan een stukje liedtekst van Koos Werkeloos door m’n hoofd. ‘Sorry dat ik besta!’
Ik kan niet zeggen dat het me helemaal onberoerd laat. Dat merkte ik een week of wat geleden toen ik over de A12 reed en vijf trucks passeerde van bloemenexporteur W.K. Heyl, allemaal op weg in oostelijke richting. Toen ging ik er dus echt over zitten nadenken dat het toch wat is, al die frische schnittblumen die voor een ruime week plezier zo’n eind weg worden gebracht. Ik ging me haast schuldig voelen. Kennelijk heeft het invloed op je als je zo’n boodschap vaak genoeg hoort.
Het kan zijn dat mensen met kritiek op de sierteeltsector gewoon niet zoveel met bloemen hebben. Onze kinderen hebben dat met aardappels en witlof. Ik heb dat zelf met beeldende kunst. Een museumjaarkaart is aan mij niet besteed. Toch zal je me niet horen over de schadelijk verf die misschien is gebruikt voor De Nachtwacht. Of over de miljoenen die soms worden betaald voor een nietszeggend kunstwerk. Ook de kunstenaar zelf laat ik graag in zijn waarde.
Liefst zou ik heel kritische beschouwers van de sierteelt een boeket geven en dan vragen of ze er elke dag een uurtje naar kijken. Naar het opbloeien en het afsterven. Bloemen. Het lijkt op een mensenleven. Opgaan, blinken en verzinken. Dat maakt best klein en bescheiden. Want wat stellen we nu helemaal voor? Mensen worden zomaar ziek. Hebben inentingen nodig. Paracetamol. Chemokuren. Echt hoor, bloemen, ze vertellen je meer dan je denkt.
Kees van Egmond
Lees hier meer columns van Kees.