De sierteeltsector vertoonde in 2015 een wisselend inkomensbeeld. Snijbloementelers zagen hun inkomen licht dalen, terwijl veel pot- en perkplantentelers dit jaar juist betere prijzen noteerden dan in 2014, uitgezonderd telers van de belangrijkste potplant: Phalaenopsis. Dat blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van LEI Wageningen UR die op 16 december bekend werd gemaakt.
Op snijbloemenbedrijven daalde het inkomen dit jaar licht. Per bedrijf kwam het gemiddelde inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje) uit op € 103.000. Dat is volgens het LEI „een voor de sector goed inkomensniveau”.
Pot- en perkplantentelers kregen in 2015 gemiddeld betere prijzen voor hun producten dan vorig jaar. In combinatie met een toename van de bedrijfsomvang is hun inkomen per oaje daardoor gestegen met € 25.000 tot € 151.000. Binnen de potplantensector zijn de verschillen echter groot. Zo kende het belangrijkste product, Phalaenopsis, dit jaar juist tegenvallende prijzen.
Hoogste inkomensstijging in glasgroenteteelt
Binnen de glastuinbouw kenden glasgroentetelers dit jaar de sterkste inkomensstijging. Per bedrijf kwam het gemiddelde inkomen per oaje uit op € 274.000. Dat volgens het LEI historisch hoge niveau is voor een groot deel te verklaren door productieproblemen in onder meer Spanje en Israël en door de relatief lage gasprijs.