Nieuwe circulaire initiatieven breken nog moeilijk door vanwege de relatief lage prijs van grondstoffen en producten, hardnekkige normen en gewoonten, onvoldoende beprijzing van milieugebruik, en wringende wet- en regelgeving.
De overheid kan de overgang naar een circulaire economie versnellen door – naast recycling – meer in te zetten op het repareren, delen, leasen of circulair ontwerpen van producten – om zo het grondstofgebruik in Nederland drastisch te verminderen. Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het rapport Circulaire Economie in kaart.
De huidige initiatieven om het grondstoffengebruik in Nederland efficiënter te maken richten zich voornamelijk op nieuwe technieken voor recycling, bijvoorbeeld flessen gemaakt van gerecycled plastic, speelgoed van rietsuikerresten en vloerkleden van gerecycled polyester. Er zijn beduidend minder innovatieve initiatieven buiten recycling, zoals circulair herontwerpen, terwijl zij in potentie meer grondstoffen kunnen besparen.
Circulaire initiatieven breken vaak niet of moeilijk door. De relatief lage prijs van grondstoffen en producten is hiervoor een belangrijke oorzaak. Milieubelastende effecten van de productie of consumptie van goederen zijn niet volledig in de prijs inbegrepen, waardoor het voor producenten niet aantrekkelijk is om te investeren in een efficiëntere omgang met grondstoffen. Maar ook formele normen zoals certificeringseisen sluiten niet altijd goed aan op circulaire producten.