We rijden door een bergachtig landschap. Olijfbomen worden afgewisseld door akkers met kool en in de verte ontwaren we zelfs kassen. Ze zijn van hout. Het plastic hangt in flarden. Troosteloos. Alsof er een hagelbui is over getrokken.
Toen mijn vrouw en ik op huwelijksreis waren beloofde ik haar dat we over 25 jaar terug zouden komen op Kreta. Het jaar 2016 was nog ver weg, maar de tijd gaat snel, dat blijkt. Onze kinderen vonden het ook een uitstekend plan. ‘Maar niet zonder ons!’ O…
En zo vertrekken we voor een week met z’n elven richting dat zonnige eiland. Een belevenis, juist ook omdat we nooit eerder met z’n allen in een hotel verbleven. ‘En het eten en drinken is gratis?’ Ja, voor één weekje wel. Alsof je in Luilekkerland bent. De droom van Dik Trom. En dat allemaal omdat je het juiste polsbandje om hebt.
Maar dan komen ook de vragen. Hoe kan het dat er zo’n groot verschil is tussen Griekenland en Nederland? Want in zo’n hotel is het een paradijs, maar daarbuiten? Armoede. Half afgebouwde lege huizen. Overal rotzooi op straat. Geen auto zonder deuken. En het lijkt wel of het niemand iets kan schelen. Hebben Grieken zo’n andere instelling?
In het hotel merk je dat niet. Het personeel loopt de benen uit het lijf om het de gasten naar de zin te maken. Je voelt je haast bezwaard als ze weer een door jou leeg gegeten bord meenemen. En netjes dat het overal is. Maar waarom daarbuiten dan niet?
Naast toerisme is landbouw een belangrijke bron van inkomsten lezen we op Wikipedia. Maar wat we zien op akkers en in plastic kassen maakt weinig indruk. Het is al een kunst om mensen te ontdekken die aan het werk zijn, laat staan moderne machines. En dan hebben wij het in Nederland over de inzet van drones. Hoever ligt de Griek daar op achter? Terwijl ooit de beschaving bij hen begon. Waar ging het mis?
We komen tot de conclusie dat het maar goed is dat ze op Kreta veel zon hebben. Dat het daarom voor toeristen aantrekkelijk is om er vakantie te vieren. Ook wij genieten met volle teugen. Maar een week is mooi genoeg. Een Ik vertrek zit er echt niet in. Zelfs niet met een permanent polsbandje. Er gaat niets boven Nederland. Dan maar herfst.
Kees van Egmond